Neerpelt
Dezer dagen wordt
voor de 65ste keer het Muziekfestival georganiseerd. Een briljanten festival, dus. In 2006 schreef Lei Alders, die vanaf het begin bij het festival betrokken was, onderstaand verhaal. Het werd ons bezorgd door Paul Cuyvers van de Heemkundige Kring.
"Eind 1949 (oktober, november) vroeg aalmoezenier Jan Coninx me - ik was toen onderwijzer van het 1ste en 2de studiejaar aan het college - of het mogelijk was met een koortje van de voortrekkers de middernachtmis van de scouts met Kerstmis in de kapel van het college te verzorgen. Ik had nog nooit een koor gedirigeerd!
Daarom wat bedenktijd! En ik ging bij meester Vinken - dirigent van het parochiaal koor - om raad. Hij suggereerde me om naast het Gregoriaans de tweestemmige mis van L. Perosi te proberen: niet te moeilijk, zangerig en melodieus.
En 15 à 20 voortrekkers - de grootste scouts - vormden het eerste scoutskoor;
onder hen Willy Claesen, Flor Claesen, Jef Bloemen en Paul Coninx.
Ik herinner me nog goed dat Paul in het credo met zijn jonge baritonstem de solo
‘et in spiritum sanctum’ zong. Wij repeteerden elke vrijdagavond - om de mannen van Leuven de kans te geven naar de repetitie te komen - in de kapel van het college. Wij werden aan het orgel begeleid door Henri Lehaen, zoon van Jef Lehaen uit de Onderwijslaan.
Er werd enthousiast gerepeteerd en wij kregen het klaar om met Kerstmis naast het Gregoriaans van de nachtmis -
‘dominus dixit ad me’ - de mis van L. Perosi uit te voeren. Toen werd ook nog het credo gezongen. En in die tijd waren er drie missen achter elkaar: de nachtmis, de dageraadsmis en de dagmis. Tegenwoordig zingt men alleen deze laatste met het bekende
‘puer natus est’.
De kapel zat stampvol en tijdens de laatste twee missen zongen we samen met het volk enkele bekende kerstliederen o.a. stille nacht, de herderkens, Maria die zoude naar Bethlehem gaan, er is een roos ontsprongen enz. Het was sfeervol en stemmig in die mooie kapel. Het deed je wat ! Jan Coninx was na de mis in de wolken. Wij trouwens ook met dit experiment !
En daar bleef het voorlopig bij.
Kerstmis 1950 naderde en weer kwam Jan Coninx vragen om de nachtmis op te luisteren. Iedereen was akkoord en met enkele nieuwelingen erbij begonnen we weer te repeteren. Het liep iets vlotter omdat wij hetzelfde repertorium herhaalden.
Zoals hiervoor reeds geschreven waren er in de jaren ’50 nog drie missen: de eerste mis was een gezongen mis en de twee volgende waren leesmissen.
Maar er was een probleem ! Willy en Flor Claesen en ik zongen ook met het mannenkoor in de Sint-Niklaaskerk. En daar waren de 3 nachtmissen om 5 u, dan zongen we nog om 10 u de hoogmis en om 15 u de vespers en het lof. Dat waren dus 7 missen en het lof op één dag. Daar verdienden wij wel onze hemel !
Ik herinner me nog goed dat Willy en ik na de mis in het college van een enthousiaste Jan Coninx een fles wijn kregen en we in zijn zetels bleven liggen om van daaruit naar de hoofdkerk te trekken voor de missen van 5 u. Het was immers niet de moeite om tussen die twee missen naar huis te gaan.
Aalmoezenier Jan Coninx had weer een idee! Dat koortje kon een interessante activiteit worden voor ‘zijn’ scouts. En na enkele maanden waagden wij het.
Jan sprak ook de grootste meisjesgidsen aan met o.a. Thérèse en Clara Verspeek, Irène Van Houdt, Marlo Sak e.a.. Zo kregen we een vierstemmig koor en met de toelating van directeur J. Stulens mochten we repeteren in een klas op de eerste verdieping waar een oude piano stond. Lieve Oversteyns zou ons begeleiden.
Wat zongen we?
Enkele scouts- en kampvuurliederen, maar wij wilden ook iets meer en wij begonnen aan een medley van een tiental liederen van Frans Schubert. Ondertussen was het al volop zomer 1951 en op 2 augustus werd onze tweeling Jos en Rik geboren. Bij de eerstvolgende repetitie - nog in augustus - kreeg ik van Thérèse en Clara Verspeek, namens het koor, twee roze ‘
barbedeuskes’ - of hoe heten die kruippakjes - cadeau.
Ik zie dit nog gebeuren. En daardoor weet ik ook dat het in 1951 was.
Radio Limburg maakte eind 1951, begin 1952, een succesprogramma met
‘het hele dorp !’ Heel Vlaanderen luisterde toen naar die uitzending; er was immers nog geen televisie. De ploeg van Radio Limburg met directeur Bert Leysen - later de eerste directeur van de Vlaamse Televisie - Jan Van der Straeten, Pol Cabus, Tuur Wouters en met onze Neerpeltenaar Jef Claessen als muziekprogrammator, had veel pijlen op haar boog. Zoals de titel zegt: ‘Het hele dorp !’ was een soort cabaretprogramma, waaraan het hele dorp meewerkte: koor, fanfare, sketches, interviews, moppentappers, solisten, duetten enz. Het scoutskoor - in Neerpelt bestond er toen buiten de kerkkoren geen enkel koor - werd door Jef Claessen, een oud-scout, uitgenodigd voor deze uitzending vanuit Zaal Tijl in de Heerstraat. En wij zongen er de liederen van Franz Schubert. Eén uur voor de uitzending zat de zaal al stampvol en in de lange gang naar de inkom stond men te drummen om nog een plaatsje te bemachtigen. Helaas, velen konden ongelukkig naar huis en zetten Radio Limburg op. Zò succesvol was dit radioprogramma! Ik herinner me nog dat Jan Coninx op de eerste rij zat, naast de heer Quentin, directeur van de fabriek van Overpelt. Als voorbereiding hadden we gemotiveerd en stevig gerepeteerd.
En ons optreden kreeg waardering.
Kijk eens welke weg - en dat dankzij het E.M.J. -
in 50 jaar is afgelegd. Toen was er in Neerpelt alleen het scoutskoor en nu zijn er in Neerpelt en omgeving een vijftal koren, die elk jaar een merkwaardig en hoogstaand concert verzorgen.
Maar dan kwam de terugval. Wij hadden geen uitvoeringen meer, de motivatie verdween wat en de repetities verzwakten… wij zongen om te zingen, maar de stimulans van een optreden ontbrak. En toen verscheen de reddende engel Jef Claessen, die als oud-scout ook veel contacten had met Jan Coninx. Op een ontmoeting bij Jan met Jef werd ons probleem aangekaart. En Jef - een vat vol ideeën - lanceerde op zeker ogenblik het voorstel “als we nu eens wat jeugd- en schoolkoren samenbrachten in een zangnamiddag !”
Jef zou dit initiatief dan ook steunen vanuit Radio Limburg. Jef was een fantast achter de schermen. Hij was het ook die Jo Erens lanceerde en Jacques Brel ontdekte en op de sporen zette. Dat idee van Jef zou uitgroeien tot het grootse E.M.J. van de jaren 2000.
Jan Coninx was in de wolken met dit voorstel van Jef. Jan was ondertussen ook voorzitter geworden van het Davidsfonds in vervanging van Jefke Neyens, die naar Mater Dei in Overpelt verhuisde. Jan liet er geen gras over groeien en op een bestuursvergadering van het Davidsfonds stelde hij voor om in 1953 een koortreffen met Limburgse koren te organiseren. Dit kan je nog lezen in het verslagboek - werkjaar 1952 - van het Davidsfonds. Jan had zoveel ideeën met het Davidsfonds; denk maar aan de ‘Kempische week’ of ‘de week van de moderne mens’ !
En zo werd dit eerste koortreffen gepland op zondag 8 november 1953.
En wij hadden met ons koor weer een motief om te repeteren !
Nu mag je weten dat Jan Coninx op zijn eentje dit koortreffen voorbereidde, de koren aansprak en alle praktische zaken regelde. Jan deelde gewoon alles mede op de laatste bestuursvergadering en verdeelde de luttele taken. Onvoorstelbaar nu !
Eigenlijk is dus het E.M.J. ontstaan om koren e.a. kansen te geven om op te treden."
Op de foto: een collage van enkele tientallen affiches van het Muziekfestival.