Bomen zijn een essentieel onderdeel van het leefmilieu en de publieke ruimte. Ze zorgen voor verkoeling, luchtzuivering, waterbuffering, biodiversiteit en versterken bovendien de esthetische kwaliteit van onze omgeving. Met meer dan 15.000 bomen op het openbaar domein beschikt Pelt over een uitgebreid en waardevol bomenbestand. Zo lichtte tijdens de gemeenteraad schepen Lien Willems het vernieuwde gemeentelijke bomenplan toe. Dat plan bevat een strategische visie en duidelijke operationele doelstellingen voor het behoud, beheer, de aanplant en bescherming van gemeentelijke bomen. Het werd opgesteld in samenwerking met interne diensten, externe experten en met aandacht voor burgerparticipatie.
“De juiste boom op de juiste plaats blijft het uitgangspunt,” aldus Lien. “Elke locatie heeft haar eigen mogelijkheden en beperkingen. We houden rekening met verkoeling, luchtzuivering, waterbuffering, diversiteit én met de beschikbare groeiruimte. Bomen worden niet zomaar gekapt of aangeplant.”
Uit monitoring blijkt dat 49% van de gemeentelijke bomen kan uitgroeien tot minstens 12 meter hoog. Het beleidskader beschrijft hoe het onderhoud nu en in de toekomst moet gebeuren, met aandacht vanaf de start voor voldoende wortel- en kroonruimte. Ook mogelijke hinder – zoals slagschaduw of worteldruk – wordt meegenomen, telkens met de vraag: wat was er eerst, de boom of de woning?
Kritische maar positieve reactie van Groen
Raadslid Sofie Monsieurs (Groen) reageerde tevreden dat het bomenplan eindelijk voorlag, maar plaatste tegelijk enkele duidelijke kanttekeningen.
“In eerste instantie ben ik heel erg blij dat dit plan hier nu op tafel ligt. We wachten hier al een hele tijd op. Ik heb het grondig doorgenomen en waardeer de inspanning die erin is gestoken. Het document bevat goede principes voor een toekomstgericht bomenbeleid en vormt een degelijk uitgangspunt. Daarom zal ik het ook goedkeuren.”
Toch bleef ze met een dubbel gevoel achter. “Dit is opnieuw een document vol goede intenties en suggesties, maar niks concreet. Een goed plan moet duidelijk maken waar we vandaag staan en waar we naar toe willen – met meetbare, haalbare stappen. En precies dat ontbreekt: timing en budget worden nergens vastgelegd.”
Sofie verwees onder meer naar verankering in het ruimtelijke beleid, zichtlocaties voor nieuwe bomen, mogelijke personeelsuitbreiding, de 3-30-300-regel en de SMART-methode. Ze stelde drie concrete vragen aan het schepencollege.
De vragen van Sofie en de antwoorden van Lien
Wat gebeurt er met de inventaris?
"De inventaris blijft een intern werkdocument dat voortdurend wordt geactualiseerd. Omdat die continu wijzigt, wordt ze niet publiek online gezet, om misverstanden te vermijden."
Komt er extra personeel bij?
"Er wordt geen bijkomend personeel voorzien. De vrijgemaakte middelen — samen ongeveer 1 miljoen euro aan investeringen — gaan vooral naar aankoop van bomen, onderhoud en perceelskosten, inclusief de noodzakelijke watergift in de eerste drie jaren."
Jaarlijkse rapportage?
Lien Willems gaf aan dat dit bekeken kan worden, maar maakte nog geen concrete afspraak.
Ook Kevin Englicky (N-VA) nam het woord. Hij gaf aan moeite te hebben om zich het plan al echt concreet voor te stellen en opperde twee mogelijke vergroeningslocaties: de Oude Markt en het kerkplein in Pelt.
Schepen Liesbeth Fransen ging daarop in:
Kerkplein: “Ja, daar is al een infomoment geweest. De betrachting en insteek is duidelijk: een groen plein, met aandacht voor verkoeling en vergroening.”
Oude Markt: “Daar zijn we mee bezig. We noemen het geen probleem, maar het is wél een grote uitdaging: onder de Oude Markt liggen heel veel nutsleidingen. Dat maakt ontharding moeilijker. We moeten hoe dan ook zorgen voor verkoeling en vergroening, maar de mogelijkheden zijn door die ondergrondse infrastructuur beperkter.”
Noot van de redactie: De door raadslid Sofie Monsieurs aangehaalde 3-30-300 regelt stelt dat iedereen vanuit zijn of haar woning 3 bomen zou moeten zien, dat men binnen 300 meter een hoogwaardige groene ruimte heeft (zoals een park) en dat in een wijk minstens 30 % boomkroonbedekking zou moeten zijn (dat is het deel van een wijk dat bedekt is door boomkronen op een luchtfoto)
Marc Faes