Neerpelt
"Vandaag wil ik wat meer vertellen over het leven in het tehuis Paul Harris waar ik drie jaar woonde. Op de foto zie je mij (rood omcirkeld) samen met een groot deel van de andere meisjes. Hoewel de begeleiders en Kris er het beste van probeerden te maken in die tijd, was het niet altijd even aangenaam om als kind op te groeien in een tehuis. Alles was een strijd. We waren met zeventig meisjes en alles gebeurde in groep. Ik sliep met vijf anderen op een kamer; om te douchen of om naar de wc te gaan, moest je altijd wachten. Was je dan eindelijk aan de beurt dan stond de volgende al aan te kloppen om het vooruit te laten gaan. Persoonlijke spulletjes moest je steeds in het oog houden. Verloor je iets dan had één of ander meisje dit gevonden om vervolgens niet meer terug te geven. Gelukkig werd er tegen diefstal streng opgetreden.
Wat het meest pijn deed waren de vroege ochtenduren. Om half zes moesten we opstaan om ons te wassen, klaar te maken voor school, kleren te wassen in de kou buiten,... Ik probeerde, net als iedereen, nog even in mijn bed blijven te liggen maar dit lukte bijna nooit.
Je leerde er eigen strategieën ontwikkelen om het leven aangenaam te maken. Ik hielp vaak de boekhouder, hield de administratie rond de voorraden bij waardoor ik mijn eigen studieplekje had. Ik moest dus niet met de rest van de meisjes in de eetzaal mijn huiswerk maken. Het was een soort van werk binnen het tehuis en ik kreeg er een beetje zakgeld voor. Hiermee kon ik dan net als andere gewone kinderen snoep kopen aan de schoolpoort. Op school ging ik naar het toilet, daar had ik meer tijd en joeg niemand mij op. Ik sliep op de bus van en naar school. Hier haalde ik mijn slaaptekort in. Mijn kamergenoten waren mijn vriendinnen. Omdat we rustige jongeren waren, werden we nooit uit elkaar gehaald en vormden we een kleine familie op onze kamer. Dit zorgde voor rust. We deelden er onze spullen met elkaar.
We hebben ook vele leuke momenten gekend. Ik zat in de vrouwenbrigade die regelmatig in het centrum acties op het touw ging zetten ten voordele van de maatschappij. Aan de ene kant wilde ik andere mensen helpen maar aan de andere kant was het ook een manier om gewoon weg te zijn van het tehuis, een andere omgeving te zien en frisse lucht te proeven. Op zondag werden de kinderen met het beste gedrag beloond om te gaan wandelen in de heuvels achter het tehuis. Daar was ik steeds bij. Ik wilde absoluut gaan wandelen omdat andere kinderen die wel nog familie hadden op zondag bezoek kregen. Het deed mij pijn om dit te zien en daarom was het goed om weg te zijn tijdens die bezoekuren.
Zo kijk ik dus met gemengde gevoelens terug op mijn verblijf in dat tehuis...
Dina"
(Vertaling: Kris Lantin)