Voor de tweede maal dit kalenderjaar trok Neos naar Vlaams-Brabant en wel naar de historische stad
Diest, geografisch pal onder de “neus” van onze provincie. De stad ligt aan de Demer op de grens van het Hageland en de Kempen. Het stadscentrum gaat terug tot in de middeleeuwen. Het is ook een Oranjestad door de historische band met het huis Nassau. Diest is naar aantal inwoners vergelijkbaar met Pelt.
François Geunes: "De bus bracht ons allereerst naar de hoogte van de
Allerheiligenberg waar gidsen ons opwachtten voor een rondleiding op en onder de
Citadel. Deze werd gebouwd midden de 19de eeuw als onderdeel van de uitbouw van Diest tot vestingstad ter versterking van de noordgrens van België om na de afscheiding van de Nederlanden in 1830 te voorkomen dat bij een eventuele Hollandse aanval de vijand zou kunnen doorstoten naar de hoofdstad Brussel. Het bouwwerk heeft de vorm van een vijfhoek met bastions en met zijden van circa 200 meter. Het geheel was omgeven met een droge gracht en voor de poort lag een ophaalbrug. De citadel was bedoeld als zelfstandig bastion dat autonoom kon standhouden bij een belegering of zelfs inname van de stad. Daarbovenop moest het met kanonvuur ook beletten dat de vijand de stad kon verlaten om op te rukken richting Leuven. Opmerkelijk was de kwaliteit van het metselwerk. De gids leidde ons door de duistere ondergrondse gangen en spoorde ons aan om dat zonder licht te doen. Voor velen was het angstvallig schuifelen in het spoor van zijn of haar voorganger. De citadel is het enige bewaarde exemplaar in Vlaanderen. Na de oorlog startten allerhande verbouwingswerken om hem te prepareren als huisvesting voor het Eerste Bataljon Parachutisten. in 2011 kwam de citadel leeg te staan. De toekomst ervan is nog niet bepaald. De stad Diest ging op zoek naar een nieuwe bestemming voor de site. Dat is dringend nodig want op diverse plaatsen dient het verval zich aan.
"We daalden af van de Allerheiligenberg en wandelden richting brouwerij
De Loterbol. De brouwerij is gevestigd in een oud gebouw langs de overwelfde Demer. Een steen vermeldt de datum “1706”. Vermoedelijk werd er toen al gebrouwen. Zeker is dat voorheen Brouwerij De Brouwketel er gevestigd was en later Brouwerij Duysters. Deze laatste stopte in 1969. In 1992 kocht bio-ingenieur Marc Beirens de vervallen gebouwen en restaureerde ze eigenhandig. Het kostte hem veel inspanningen om de gebouwen te mogen behouden en de sloopverplichting ongedaan te maken. In 1995 was alles klaar en werd Brouwerij Loterbol opgericht. In 2002 werden een nieuwe brouwzaal en installatie in gebruik genomen in het gedeelte van het gebouw dat dateert van 1908. Deze installatie heeft een capaciteit van 2800 liter wort en wordt gebruikt voor de bieren van 8° en 10°. De naam verwijst naar een van de bijnamen van de inwoners van Diest:
loterbollen. Enerzijds verwijst het naar “loteren”, niet vast zitten en waggelen. Anderzijds kan het verwijzen naar een knappe kop (bol) die plezier maakt (leute, lote). Sommigen waagden zich aan een Loterbol van 8 of zelfs 10°; vanaf dan werd de wandeling door de stad richting stadhuis - langs de gedeeltelijk opengelegde Demer - behoorlijk levendiger.
"Na de lunch - een rundsstoofpotje met salade en frieten – bracht de gids ons naar het
Begijnhof (UNESCO-werelderfgoed). Het begijnhof van Diest - in 1253 gesticht - rekent men tot het
stadstype, hetgeen betekent dat de huizen langsheen straten staan (zoals in een 'ministad') en niet rondom een groot centraal plein. Het is gelegen achter een monumentale poort aan het eind van de Begijnenstraat. We wandelen door de straatjes met kinderkopjes en links en rechts mooie gevels uit de zestiende en zeventiende eeuw. In tegenstelling met de echte kloosterlingen bleven begijnen eigenaar van hun bezittingen, en moesten ze in principe blijven instaan voor hun eigen inkomen. In de loop van de eeuwen verschilde de manier van leven en was er meer of minder devotie. Nog voor de Tweede Wereldoorlog woonden er geen begijnen meer en het geheel kreeg een andere bestemming. Het begijnhof is in zijn oorspronkelijke vorm uitstekend bewaard en de restauratie ervan is in volle gang. De verschillende “conventen” kregen ondertussen een andere bestemming (cultureel centrum met vergader- en expositiezalen, tentoonstellingen, taverne, kantschool, museum enz.) Andere huisjes worden bewoond door senioren.
"We sloten af met een welkome drink in Recreatiedomein De Halve Maan – iemand zei dat zijn stappenteller meer dan 11000 aangaf. Dank aan Liliane en Jeannine voor de organisatie van deze mooie daguitstap."