Vol verwachting keek iedereen uit naar onze eerste ‘post-corona-wandeling' die in het teken stond van trappist en kaas. Waar moesten we daarvoor zijn? Inderdaad, in Achel. Om 9.00u stonden een vijftigtal vroege vogels aan de Kluis voor een fikse wandeling. De weinige regendruppels konden het enthousiasme niet drukken en na 1 uur dauwtrippen werden we verwacht voor een uiteenzetting over en een rondleiding doorheen de Kluis. Verhalen zoals ‘In de naam van de Roos’ waren er niet, maar we kregen een duidelijk beeld van de omstandigheden waarin de paters en lekenbroeders hun dag doorbrachten in volledige stilte, naar de leefregels van Benedictus. Alom verwondering, bewondering en respect! De inwendige mens werd niet vergeten en na een hartelijke broodmaaltijd werd er geproefd van -wat dacht je- een Achelse trappist! En of dat smaakte! Maar, we misten… kaas! Daarom, op naar Sint-Catharinadal, dè kaasfabriek bij uitstek. Een mooi filmpje maakte ons van a tot z wegwijs in het productieproces van melk tot kaas. De gedrevenheid en de authenticiteit waarmee dit bedrijf gerund wordt, dropen ervan af, mede overgoten door de duidelijke, soms grappige antwoorden in het sappigste dialect van de streek. Waarschijnlijk is Willem Elsschot voor hij begon aan zijn roman ‘Kaas’ ooit hier geweest. Er werd uitgebreid geproefd van allerlei soorten kaas, choco, ijs en met een pot(je) yoghurt als geschenkje ging iedereen voldaan en tevreden naar huis.
(François Geunes)