Zelfs ogenschijnlijk ongerepte bodems, zoals die in het
natuurgebied
Bosland, ontsnappen niet aan
vervuiling met microplastics. Dat blijkt uit onderzoek van
Lies Vanthournout, een masterstudent Bio-ingenieur aan de Universiteit van Gent, die het natuurgebied "Heide achter de steenweg" ten westen van de Napoleonweg onder de loep nam. Hoewel het onderzoek waardevolle inzichten heeft opgeleverd, blijkt uit
de wetenschappelijke conclusie dat er nog ruimte is voor verbetering in
de methoden om microplastics onaangetast uit de bodem te halen, zodat de
te identificeren plasticsoorten nauwkeuriger kunnen worden vastgesteld.
Wat in het algemeen
plastics wordt genoemd, bestaat in feite uit een
gevarieerde groep van
synthetische polymeermaterialen die uiteindelijk
afval worden en vervuiling van de omgeving veroorzaken. Doordat het
plastic afval niet volledig wordt teruggewonnen, treedt er accumulatie
op.
Microplastics worden meestal gedefinieerd als plastic
deeltjes kleiner dan 5 mm. Ze komen vaak in de bodem terecht door menselijke activiteit zoals bijvoorbeeld compostering, irrigatie, het
aanbrengen van kunststoffolies, zwerfafval maar ook door atmosferische
depositie. Vooral stedelijke en landbouwgronden zijn daardoor kwetsbaar voor
vervuiling door microplastics. Ze kunnen impact hebben op het bodemleven (bijvoorbeeld
wormen) en uiteindelijk ook in de voedselketen terecht komen. Daarom is
het van belang om het lot en de ecologische risico´s van microplastics
in bodems te onderzoeken.
Het onderzoek benadrukt de behoefte aan verdere ontwikkeling van extractie- en analysetechnieken om de identificatie van microplastics te verfijnen en de impact ervan op onze bodems nauwkeuriger te beoordelen.
(Info en foto's: boslab.be)