Neerpelt
De
dagpauwoog is met verve onze bekendste vlinder. Hij mag dan alledaags zijn, hij is wel schitterend mooi. Je kan hem overal zien rondvliegen, over ruige grasveldjes maar ook rond je vlinderstruik. Dit massale voorkomen dankt hij aan de brandnetel. Het wijfje zet honderden eitjes af op de grote brandnetel (en op geen enkele andere plant!), en de rupsen eten ruim 4 weken van de frisse brandnetelblaadjes tot ze via het korte popstadium transformeren tot een vlinder. Die voedt zich met nectar van allerlei bloemen: klaproos, lavendel, tijm...
Begin oktober begint de zoektocht naar een winterschuilplaats. Dat kan je tuinhuisje zijn maar ook een kleine holte in de grond, een boomspleet... Begin maart vliegt hij al rond en zijn eerste zorg is
paren. Dan loopt zijn leven (uitzonderlijk lang voor een vlinder) ten einde, en is het wachten op de volgende generatie. Maar dan is het al volop zomer. Tolereer in een hoekje van je tuin wat brandnetels: je krijgt er een mooie vlinder voor terug!
(Tekst Jan Daniels, foto's: Ghis Palmans en Helene Soulet)