Neerpelt
Eerder vandaag meldden we de start van de werken om
de grond van de basisschool in de Jaak Tassetstraat te reinigen. Dat heeft te maken met de historische vervuiling door een gasfabriekje. Maar wat deed dat fabriekje daar? Paul Cuyvers, van de Heemkundige Kring: "Eind negentiende eeuw was er al openbare straatverlichting in Neerpelt. De lampen brandden met petroleum en werden 's avonds door een
lampist aangestoken. Die kreeg daar jaarlijks een vergoeding van 200 frank voor. Eerste lampist was Hendrik Kuppens; later was dat Willem Degroot.
"Vanaf 1910 besloot het gemeentebestuur via de Nationale Compagnie van Verlichting een
gasverlichting van een veertigtal lantaarns te installeren in de Kanaalstraat, het Dorp en de Stationsstraat. Via de Compagnie du Gaz Riche uit Antwerpen kon men vanuit een opslagtank in de Kanaalstraat - de huidige Jaak Tassetstraat - de ‘romantische’ straatverlichting bedienen
(het gasfabriekje!). De gemeente betaalde 1000 BEF per jaar aan deze Antwerpse maatschappij. Hendrik Spooren was de gasmeester in dienst van de gemeente, maar het project was weinig succesvol: het vergde veel onderhoud en leverde slechts weinig licht. De inwoners maakten hun beklag. Tijdens de eerste wereldoorlog werd gasmeester Spooren zelf gevangen gehouden en er was te weinig gas. Overschakelen op acetyleen lukte niet, maar gelukkig hadden de Duitsers een nieuwe bron: elektriciteit. Die had wel succes. Na de oorlog, in 1921, werd de P.L.E.D of de Provinciale Limburgse Elektriciteitsdienst opgericht; het was een initiatief van de Noord-Limburgse burgemeesters, waarbij toenmalig burgemeester A. Clercx een belangrijke rol speelde."
Op de foto: Hendrik Spooren bij de gasopslag.