Zaterdag 29 augustus 2015
Tribunaliteiten
Vochtige vloeren en plassen vindt u in een sauna of zwembad. Wie uitglijdt had dus beter moeten weten. Maar, waar moet een stoomcabinebezoeker in een zwembad zich aan verwachten? Het hof van beroep van Gent kreeg te maken met een dame die een derdegraads brandwonde opliep aan haar rechterkuit in de hamam van een provinciaal zwembad. De rechter in eerste aanleg zag geen fout bij de uitbater van het zwembad, waarop de dame dus naar het hof van beroep van Gent trok. Dat stelde vast dat de stoomuitlaat zich aan de toegangsdeur van de hamam bevond, op 17 cm hoogte. De temperatuur aan de uitlaat bedroeg 96,5° Celsius 10 cm boven de vloer. Technisch onderzoek leerde dat het effect van stoom veel plotser is dan dat van water. De uitbater beweerde dat élke hamamgebruiker bij zijn eerste beurt een rondleiding en uitleg krijgt. ‘Niet bewezen’, oordeelde het hof en wie zegt trouwens dat de hamamgids vooraf wees op de gevaren. De uitbater had volgens het hof de plicht elke gebruiker, kind of volwassene, te wijzen op de exacte plaats van de stoomuitlaat en de risico’s van hete stoom. Hij moet zorgen voor gepaste signalisatie of een aanduiding. Ook omdat het zicht in een stoomcabine plots vermindert. Dat de dame de hamam dikwijls bezocht, deed er volgens het hof niet toe. Een zwembadbezoeker let nu eenmaal alleen op duidelijk zichtbare en voorzienbare gevaren. ‘Zwemmen is losbandig slapen in sprankelend water’, schreef de Vlaamse dichter Paul Snoek. In het zwembad van Leiden (Nl.) staat dit in grote letters op de muur.
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)