De jacht op koten is weer geopend in Leuven en helaas ben ik dit jaar een van de jagers. Niet voor mezelf, maar voor de zoon. Ik bespaar u graag hoe die jacht verloopt en hoe er ook gestroopt wordt. Ik wil het in deze context hebben over onze taal…
Tegenwoordig is een gewone kamer met een gedeelde keuken, douche en toilet niet meer goed genoeg voor een doorsnee student. Ze willen hun eigen sanitaire voorzieningen hebben. Een hotelkamer, maar dan zonder ontbijt. Raar, in een wereld waar we steeds meer naar een deeleconomie zouden moeten neigen.
Maar goed, ze willen het graag proper hebben voor zichzelf en het lukt niet om ook voor de gemeenschap proper te zijn. Dat merk je in elk studentenhuis, dat je bezoekt: in elke keuken staat wel een stapel permanente afwas of plakt de vloer nog van het overtollige bier van de avond ervoor. Niemand haalt het in zijn hoofd om dat even op te poetsen. Aan het einde van de week komt toch de poetsvrouw! Het gevolg is dat menig ouder 100-150 € per maand meer moet ophoesten voor het comfort van de kroost.
Zo’n 1,5-vierkante-meter-badkamer wordt tegenwoordig privatief sanitair genoemd. Privatief! Wat een stom woord! Vroeger was dat gewoon “privé”. Wat is er mis met dat woord? Het is korter, duidelijker en het bekt goed. Waarom moet er zo nodig een drielettergrepig woord voor worden uitgedacht? Extra tekens maken een zoekertje op de immo-websites toch ook niet goedkoper?
Hoe wordt zo’n woord geboren? Of heeft iemand het echt bedacht? In dat geval kan het niemand anders zijn geweest dan zo een grijze maatpak-immo-makelaar met wallen onder de ogen. Zo iemand die erin welgeteld twee keer per jaar in slaagt om een grap te maken onder collega’s en dan weer onder zijn steen kruipt. Zo iemand die alle regeltjes kent en graag de puntjes op de i zet, maar nog liever anderen erop wijst dat er een puntje ontbreekt. Alleen zo iemand kan zo een nutteloos, stompzinnig woord als privatief bedenken.
En de rest loopt er als een kudde koeien achter aan. Dat klinkt toch wel chiquer… Met een langer woord lijkt het onroerend goed precies groter… Was ik daar maar zelf op gekomen… Ondertussen is iedereen al aan het “privatieven”. De primitieven!
En het woordje privé, dat toch zo schattig is en zo fier is op zijn ‘aksoonteegu’, heeft nu best wel wat complexen! Totale vergetelheid doet nooit goed aan het mentale welzijn. Hij voelt zich nutteloos, eenzaam, depressief! Binnenkort moet hij misschien worden opgenomen en krijgt hij in de instelling een kamer met…
privatief sanitair.
Raar.
Jan Verheyen