Afgelopen week was er een VN-top in New York. We zagen de machtigste leidertjes van de wereld met de neus in de wind over de rode loper flaneren. Sommigen genoten zichtbaar van de aandacht en etaleerden non-verbaal hun almacht. Wat er verbaal dan uitkwam, was helaas van een ander niveau. In de marge was er ook een klein landje aanwezig en dat pakte uit met alles wat het in huis heeft, zoals een koningin, enkele ministers, wat zakenlui en een premier. Het optreden van die laatste deed terugdenken aan de tijd in de lagere school. Het leek wel een klasuitstap.
Bart De Wever doet zich altijd een beetje als een raar figuur voor. Hij is steevast serieus, maar kan plots met verrassende, grappige kwinkslagen voor de dag komen. Hijzelf lacht echter nooit. Zijn mondhoeken lijken vastgenaaid te zijn. Hij spaart zijn lach op tot in de avond. Als hij dan alleen thuis is, denkt hij terug aan alle moppen van de afgelopen dag en dan neemt hij even een uurtje de tijd om te lachen.
Verder is hij ook altijd zeker van zijn stuk. Hij heeft altijd gelijk, maar dat zou een eigenschap van politici zijn. Een minder fraai kantje is dat hij nogal fel en soms grof kan zijn tegen zijn tegenstanders, maar ook dat schijnt bij de politiek te horen. De waarheid kan niet in het midden liggen.
Hij kleedt zich ook zonderling. De andere leiders zitten strak in het pak, maar Bart doet er nog een schepje bovenop: hij zit er nog strakker in en kiest graag een antiek kostuum uit. Kortom: hij is het rare kindje in de klas, dat wel zijn plekje opeist en van de anderen de ruimte krijgt, die hij nodig heeft.
Op de klasuitstap naar New York was hij ook weer net dat beetje anders: hij schreef in het Latijn in het gastenboek. Hij wilde zo op een goed blaadje komen bij meester Guterres. Hij zei heel fier: “ik heb in het Latijn geschreven” en vroeg op schalkse wijze of de meester dat wel zou begrijpen. Daarna begon Bart meteen te vertellen wat hij had geschreven. De meester had er duidelijk niet veel mee en wilde eigenlijk door naar de rest van de klas. Bartje is immers niet de enige leerling, die aandacht nodig heeft. Waar zijn de anderen trouwens? Meester Antonio vroeg zich af wat die ondertussen aan het uitspoken waren… Dus hij aaide Bart over zijn bolleke en gaf hem de gevraagde bevestiging.
Bart had ook goed zijn best gedaan voor zijn spreekbeurt. Dat is de gewoonte op deze schooluitstappen: iedereen krijgt spreektijd, maar niemand hoeft te luisteren. Bart had er helemaal geen zin in, maar heeft het toch maar gedaan en hij heeft het aangedurfd om kritisch te zijn voor de grootste patser van de hele school: Pumrt. Als raar mannetje van een klein landje kon dat.
Hij kreeg goede punten voor zijn spreekbeurt, want hij had goed nagedacht over de inhoud, hij gebruikte goede zinnen, structureerde zijn tekst en hij heeft flink op zijn uitspraak gelet. Zijn Engels was nagenoeg vrij van harde Antwerpse klanken. De enige opmerking was dat hij misschien ook iets over het klimaat had kunnen zeggen, maar ja, het is niet de eerste keer dat hij dat vergeet.
Jan Verheyen