Tribunaliteiten
Schuldeisers hebben meestal een beter geheugen dan schuldenaars.
Een handelaar verkocht in de vorige eeuw aan een andere commerçant een kraan, een tractor en een kipwagen. Hij schreef er drie facturen voor uit voor een totaal van 24.789 euro. Elf jaar later eiste de verkoper voor de rechtbank betaling. De koper beweerde betaald te hebben, maar had geen bewijs. Wel had hij de facturen ingeschreven in zijn boekhouding en al die jaren betaald voor de verzekering en het onderhoud van de goederen die hij kocht. De voertuigen stonden ondertussen ook op zijn naam. Het hof van beroep van Gent was van oordeel dat een normaal voorzichtig schuldeiser geen elf jaar wacht alvorens zijn vordering te stellen, maar dat ontneemt hem niet het recht om lang te wachten om betaling te eisen. De verkoper deed nooit afstand van de koopsom en van verjaring was ook geen sprake. Vandaar dat het hof aan de verkoper alle factuurbedragen toekende, hoewel hij zelfs niet kon aantonen dat hij de facturen inschreef in zijn boekhouding. Hij had zijn schuldenaar niet verschalkt en dat hij zo lang wachtte had de wanbetaler niet benadeeld. Het hof vond wel dat de lakse schuldeiser geen recht had op interest, al die jaren dat hij niets ondernam.
Een rekening met een lange baard vergaat niet, maar draagt ook geen vruchten.
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)