Tribunaliteiten
Vroeg of laat loopt zelfs de auto van de beste chauffeur bij een ongeval blikschade op. Dan is het zoeken naar het aanrijdingsformulier als de politie niet in de buurt is of andere katten te geselen heeft. Of, gewoon omdat het blauw-witte formulier voor één of beide chauffeurs de beste oplossing lijkt. Maar, samen met de andere ongelukkige chauffeur tot een sluitend en correct ingevuld aanrijdingsformulier komen, is een kunst. Het formulier biedt amper ruimte voor een oneliner. Tussen twee woorden kies je dus best het kleinste, maar wie oprecht schrijft maakt vanzelf literatuur. Geen wonder dat ervaring, koelbloedigheid of zelfs geslepenheid te vaak bepalen wie in zijn recht is. De vonnissen van rechters die te maken krijgen met het aanrijdingsformulier leveren een bloemlezing op van wat er allemaal mis kan lopen.
Zo is het formulier vaak te slordig of te beknopt ingevuld om er iets uit te kunnen afleiden. De tekening op het formulier klopt niet met de verklaringen. Chauffeurs zeggen dat ze na het ongeval te labiel of te emotioneel waren of dat het formulier onbetrouwbaar is omdat het na aankomst in het ziekenhuis werd ingevuld – ja zelfs bij een ongeval met gewonden wordt soms alleen een aanrijdingsformulier ingevuld.
Nog een andere chauffeur beweerde door de tegenpartij te zijn overtroefd bij het invullen van het formulier. Daarom deed hij toch nog snel aangifte bij de politie. De rechter in Gent vond dat de chauffeur inderdaad was verschalkt en gaf de voorkeur aan het onderzoek van de politie boven het formulier. Het gebeurt ook dat een derde, bv. een verzekeringsmakelaar, ‘behulpzaam’ is bij het invullen van het formulier, wat soms tot verrassende resultaten leidt. Of nog, een chauffeur neemt het formulier in ontvangst van de andere chauffeur, om het vervolgens ‘bij te werken’.
Een dag goed nadenken is soms beter dan een minuut slecht schrijven. Te dikwijls leidt een aanrijding dankzij het aanrijdingsformulier tot frustraties en ontgoocheling.
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)