Wie een huis koopt, tekent meestal eerst een “compromis” of een zogenaamde voorlopige verkoopovereenkomst. Maar, weinig zaken zijn zo definitief als een voorlopige overeenkomst. Zo ondervond ook de koper waar het over gaat in een uitspraak van het hof van beroep van Gent. Hij kocht een huis voor 130.000 euro. Als hij geen lening kreeg van 130.000 euro aan een normaal tarief, mocht hij afzien van de uiteindelijke ondertekening van de notariële verkoopakte.
Binnen de afgesproken termijn liet hij aan de notaris weten dat de koop niet kon doorgaan, omdat hij geen lening kon krijgen. Zoals het koopcompromis het voorschreef, bezorgde hij twee bankattesten die moesten aantonen dat hem een hypothecaire lening werd geweigerd. Toch vond het hof dat de koper tekortschoot. Uit één van de attesten bleek dat de bank weliswaar een lening van 160.000 euro weigerde toe te staan, maar het attest maakte niet duidelijk dat de bank ook een lening zou weigeren voor het geringere bedrag van 130.000 euro. De verkoper eiste daarom de ontbinding van de overeenkomst en een schadevergoeding.
Het hof erkende dat het koopcompromis een geldige sanctieclausule bevatte. Het hof vond het door de verkoper geëiste bedrag van 13.000 euro echter overdreven, hoewel de koper volgens het contract recht had op dit bedrag. Het hof matigde dit bedrag tot 5.000 euro.
“Rechtvaardigheid is onrecht billijk verdeeld” (Maurice Chapelan).Jan BOULY(De auteur is advocaat)