Welzijnszorg heeft momenteel een campagne lopen onder de noemer
'Allemaal digitaal?'. Met deze campagne brengt Welzijnszorg de impact van digitalisering op het leven van mensen in een armoedesituatie onder de aandacht. Ook in de
Beringse kerken is er tijdens deze adventsperiode extra aandacht voor dit thema.
"We willen een samenleving die iedereen betrekt: digitaal actief of niet, we laten niemand achter. Dat vraagt een inspanning van iedereen: van de overheid, van dienst- en hulpverleningsorganisaties, van het jeugdwerk, het onderwijs en van ons als individu", zei pastoor Geert Croes tijdens de Sint-Barbaraviering van afgelopen zondag.
"Niet iedereen heeft toegang tot digitale technologieën. Al die toestellen kosten handenvol geld en gaan maar enkele jaren mee, in het beste geval. Bovendien heb je er niks aan, zonder een goed en vaak duur internetabonnement. Niet iedereen kan er even goed mee werken. Heb je het kunnen leren op je job of op school? Ben je opgegroeid tussen de digitale toestellen? Heb je vrienden of familie die je op weg helpen? De verschillen in digitale toegang en vaardigheden worden vooral problematisch wanneer het ook de toegang tot diensten en zelfs sociale rechten bemoeilijkt. Bijbetalen om je bankzaken in het kantoor te doen, een premie online aanvragen, een persoon aan de lijn krijgen als er iets is misgelopen met je uitkering. Digitale uitsluiting is het resultaat van ongelijkheid, en vergroot die ongelijkheid nog. Belangrijk: we strijden niet tégen het digitale aanbod. Digitalisering kan voor mensen in armoedesituaties voordelig zijn.We strijden voor digitale inclusie én voor een niet-digitaal alternatief. Digitale inclusie bereiken we door mensen toegang te geven tot internet en toestellen, en door voldoende opleidingen te voorzien zodat iedereen bijleert.Ook de makers van applicaties en aanbieders van diensten hebben een verantwoordelijkheid. Waarom zorgen zij niet dat hun producten makkelijk te gebruiken zijn, ook door mensen die minder digitaal vaardig zijn?", vraagt Welzijnszorg zich af.