An Moons uit Paal werkt op het kabinet van minister Sven Gatz en beleefde een emotionele dag.
"Ik was net in Brussel toen ik de eerste berichten over de explosie in Zaventem hoorde. Toen was het nog niet meteen duidelijk dat het om een aanslag ging, maar het vermoeden was groot en werd snel bevestigd. Meteen wist ik hoe ernstig de situatie was en hoorde ik het nieuws van de tweede aanslag in het metrostation Maalbeek. De stad waar ik studeerde, waar ik werk, waar ik van hou, de hoofdstad van
Europa werd in haar hart geraakt. Niet toevallig werden de luchthaven en de Europese wijk, als internationale plekken, als machtscentra getroffen.
We mochten het gebouw niet verlaten. Mijn haastige politieke leven op een kabinet van een minister stond even stil. Alles werd relatief, en ineens werd duidelijk wat er echt toe doet in het leven. Ik herinner mij nog de lockdown in december toen Brussel transformeerde in een spookstad. Toen groeide het besef hoe groot de kans op een aanslag in België is.
Je hoopt elke dag dat het niet gebeurt, maar beseft na de aanslagen in Parijs dat het steeds dichterbij komt. België is kwetsbaar. We mogen de radicalisering niet onderschatten, maar we mogen ons ook niet laten verlammen door angst. De balans is groot maar dat is ook de solidariteit en verbondenheid. Ik ga morgen met een klein hartje naar Brussel, maar blijf geloven dat we sterker uit de strijd tegen terreur zullen komen. IS mag niet winnen", vertelt An Moons.