De stad Beringen zal meedoen met het grootschalig burgeronderzoek
CurieuzeNeuzen in de Tuin.Dat maakte schepen van milieu Tijs Lemmens (VOLUIT) op de gemeenteraad bekend.
Groen Beringen had ook een voorstel klaar in die zin. Een debat over dit punt was dus niet nodig.
Bedoeling van het project is om in Vlaanderen 5000 sensoren te plaatsen om de hitte en droogte te monitoren. Dat kan gebeuren door particulieren, scholen, bedrijven of lokale besturen.
“Met het Burgemeestersconvenant 2030 en het klimaatactieplan willen we enerzijds 40% minder CO2-uitstoten in 2030 en anderzijds klimaatadaptatie implementeren. In dat kader is het nuttig om de lokale gevolgen van hitte en droogte te onderzoeken. De afgelopen jaren zien we immers meer en meer hittegolven en lange periodes van droogte. Hoewel we denken dat het vaak regent, houdt de bodem soms toch te weinig grondwater vast. Dit komt doordat een groot deel van de bodem verhard is en er zo veel neerslag wegsijpelt via de riolering. Zo zakt het grondwaterpeil en dat draagt bij aan droogte”, zegt schepen Lemmens.
Dankzij de inzichten uit het onderzoek werkt de stad dan verdere acties uit en maakt het openbaar groen meer klimaatbestendig. Daarnaast kunnen scholen ook een STEM-traject koppelen aan het onderzoek. Waar mogelijk zal Beringen hen daarin bijstaan.
De stad zal op tien locaties meetpunten maken.
"In Beringen komt er een sensor aan samentuin De Motten en op de rotonde aan de stedelijke werkplaatsen of aan de scholencampus. Beringen-Mijn krijgt haar sensoren op de rotonde aan de Koolmijnlaan met de Mijnschoolstraat en op het Rondplein in de cité. De sensor in Tervant duikt op in het plantsoen voor de kerk. Ook op de begraafplaatsen van Paal en Koersel en aan de speeltuin in Fonteintje plaatst de stad telkens één sensor. In Beverlo kan je op de terreinen aan de Schansvijverstraat een sensor zien. Tenslotte verschijnt er ook een sensor op de voormalige voetbalvelden van Red Star Korspel", zegt Lemmens nog.
Het onderzoek kan je volgen via destandaard.be/curieuzeneuzen.
(foto: An Van Gijsegem)