Na de sluiting van de Limburgse mijnen werden er verschillende reconversieprojecten op tafel gelegd, het één al wat gekker dan het andere. En het spaarpotje van de Kempische Steenkoolmijnen lokte veel avonturiers en geldwolven. Het
KS-schandaal werd jarenlang breed uitgesmeerd in de pers.
In Beringen werd een wervelbedcentrale gebouwd en voor ze goed en wel draaide, lag ze met tonnen dynamiet tegen de grond.
Het grote Fenixproject in Genk belandde in de prullenmand en ook Minepolis in Beringen was hetzelfde lot beschoren.
Het
themapark Minepolis zou een groots park worden in vier delen:
het Vlaams Mijnmuseum waar zowel het delven van de steenkool als het gemeenschapsleven in de mijnsites wordt voorgesteld, een overdekt kinderland, de multiculturele markt Kashbah met restaurants, winkels en souvenirshops en een attractiepark met een aantal themagerichte topattracties rond mijnbouw met waarheidsgetrouwe evocaties en virtuele effecten.
Als smaakmaker voor het volledige project werd in september 2000 in ophaalgebouw 1 een bezoekerscentrum ingericht waar toeristen een beeld krijgen over het verleden, heden en de toekomst van de koolmijn. Het bezoekerscentrum werd al snel verlaten. Het water stond er jaren in de kelder.
De mijnsite van Beringen werd na de sluiting geklasseerd als monument en het stond in de sterren geschreven dat de Beringse site de motor moest worden voor het industrieel erfgoed in Limburg en het daaraan gekoppeld toerisme.
Maar de jaren tikken voorbij. Velen geloven niet meer in het verhaal van een groot museum.
Toch wordt er binnen
LRM hard gewerkt aan de herbestemming van de oude mijnterreinen. C-Mine doet Fenix vergeten, het Thor-park in Genk krijgt stilaan vorm, in Zolder is de laatste jaren hard gewerkt aan de herbestemming van de mijnsite en Houthalen focust op groene energie. Maasmechelen Village is al jaren een begrip voor shoppers uit binnen- en buitenland. De mijnsite van Beringen tot slot wordt omgebouwd tot be-MINE.
De eerste plannen worden nog argwanend bekeken maar met de komst van het zwembad en het winkelcentrum worden de Beringenaren terug trots op deze plek.
En dan gaat het plots snel. Er worden investeerders gevonden voor een prachtig duikcentrum en een al even mooie klimhal. Dankzij de sluiting van Ford Genk en de SALK-middelen komt er nog wat extra geld naar Beringen voor onder andere de Avonturenberg. En Beringen valt meteen een paar keer internationaal in de prijzen.
Be-MINE is de fenix die in Beringen verrijst en het toerisme naar een hoger niveau tilt.
De kers op de taart zou een nieuw en groot museum moeten worden, ondergebracht in de monumentale mijngebouwen met onder andere de badzaal, de kolenwasserij en de losvloer.
De politiek draait op volle toeren. Wordt het een Vlaams museum of een Limburgs belevingscentrum? Opnieuw is er argwaan. Als politici kibbelen, is een donderwolk nooit veraf.
Gedeputeerde Igor Philtjens belooft bij zijn aantreden als Limburgs gedeputeerde voor toerisme werk te maken van be-MINE en een groot museum. Ook hij wordt argwanend en kritisch bekeken, zelfs binnen zijn eigen partij. Ook in Beringen was het geloof in zijn statement in het begin miniem. Maar hij zet door. Hij herhaalt keer op keer zijn engagement. Door het
PCCE wordt een nieuw project uitgewerkt. In Vlaanderen wordt extra geld gezocht en uiteindelijk gevonden. Vandaag werd de
kers op de Beringse taart gezet.
Deze ochtend stuurde zowel de provincie Limburg als minister van toerisme Weyts gelijktijdig een persbericht met het goede nieuws.
De reacties in Beringen liegen er niet om. 28 jaar na de mijnsluiting is de cirkel bijna rond. De mijnsite van Beringen is een plek om trots op te zijn.
Maar eindigen doe ik met een hulde te brengen aan de
Vrienden van het mijnstreekmuseum want zij hebben de afgelopen 28 jaar als een goede huisvader de site bewaakt, bewaard en in leven gehouden. Ik hoop dat hun werk, hun erfenis, een eeuwige en mooie plek krijgt in
be-MINE PIT. (Hans Put)