Over de regeringsperikelen en Marrakech wil ik het hier niet hebben. Ik heb belangrijker zaken te regelen. Eén ding wil ik toch nog kwijt. Her en der in de pers dook het woord Marracrash op. Op dat soort woordspelingen ben ik dol. Ik heb spijt dat ik dat niet zelf heb bedacht. Sinterklaas is ondertussen op vakantie vertrokken naar Tenerife. Zou hij daar ook een dubbelleven leiden zoals die pastoor in Kortessem? Neen, dat mogen we van de heilige man niet zeggen. Dat is heiligschennis. Hij is een echte heilige. Schijnheiligen zijn er al genoeg. Ik vroeg me af of minister Joke Schauvliege ook mee is vertrokken? Ze heeft toch de perfecte naam om Zwarte Piet te spelen omdat ze door de schouw kan vliegen. Voor de tegenstanders van de gekleurde piet heeft ze trouwens de juiste huidskleur. Als minister krijgt ze vaak de zwarte piet toegespeeld. Ze is dus vertrouwd met het personage. Verwarring alom maar de grootste verwarring heb ik recent ervaren toen ik als opa op zoektocht ging naar geschenken voor Sinterklaas en Kerstmis. Alvorens ik per auto naar een stad reed, heb ik eerst nog een cursus ondergronds parkeren gevolgd. Dat is BUSO niveau, ik weet het maar ik heb altijd al nachtmerries eer ik één meter heb gereden. Ik vind het een claustrofobische gedachte alsof ik een gevangenis binnen rijd. Zal de slagboom wel openen als ik binnen of buiten rijd? Slikt de betaalautomaat mijn bankkaart niet in? Het is horror voor mij. Kun je geloven dat ik bij wijze van proef onder begeleiding naar de parking onder het Dussartplein in Hasselt ben gereden om de parkeerstiel te leren? Ik ben er in maar ook uitgeraakt. Wat een opluchting. Je moet het zo aanpakken want parkeren in een provinciestad is bijna gedoemd tot een mislukte blind date omdat je nooit vooraf weet of die ene vacante parkeerplaats wel komt opdagen. Het is een doolhof maar dan per auto. Eens ik dan eindelijk in de juiste winkel ben binnen gestapt, kom ik in een andere doolhof terecht. Kleinkinderen zijn mee met hun tijd maar ik moet dan nederdalen in hun leefwereld op basis van de verzoeklijstje die ze hebben neergepend. Die winkels heten dan ‘Fun’ maar veel plezier beleef ik daar niet aan. Je hebt ook nog ‘Toy Champ’ wat vrij vertaald ‘speelgoedkampioen’ betekent. Zo voel ik mij daar allerminst. Je moet er wel door omdat mijn kleinkinderen mij de liefste opa van allemaal vinden. Het is eenvoudig om die status te bereiken want zoveel concurrentie is er niet. Hun aantal opa’s is namelijk beperkt. Het is niet moeilijk om dat klassement te winnen. Ondanks al die speelgoedverwarring gaat opa zeer graag, met onmisbare steun van zijn partner, op stap om juist datgene te vinden wat die kleinkinderhartjes sneller doet slaan. Als ik hun blije gezichtjes zie ben ik allang vergeten dat ik 48 uur heb vastgezeten in een ondergrondse parking omdat ik maar niet ontwaakte uit die nachtmerrie.
(Martin Vanierschot)