Irfan Oztas (Groen) deed een voorstel rond de Belgische nationaliteit voor kinderen geboren uit Palestijnse ouders.
"De oorlog die Israël in Palestina voert, heeft al 21 978 mensen in Palestina het leven gekost. Meer dan 2/3 van de vermoorde burgers zijn kinderen en vrouwen. 57 697 Palestijnen raakten gewond en honderdduizenden Palestijnen werden gedwongen te vluchten. De oorlog startte drie maanden geleden nadat Hamas op 7 oktober grootschalige raketaanvallen op Israël afvuurde. Daarbij werden 1 200 mensen in Israël gedood en 240 mensen werden er ontvoerd. De Israëlische extreemrechtse overheid voert sindsdien een tegenreactie die buiten proportioneel is en die tot nu toe vooral Palestijnse burgerslachtoffers heeft gemaakt.
Hoewel vele Palestijnse vluchtelingen in eigen regio of omliggende landen asiel zoeken, geraken er ook een aantal in Europa en België. Om haar strenge migratiebeleid kracht bij te zetten, heeft de bevoegde staatssecretaris voor asiel en migratie haar Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) sinds augustus 2023 brieven laten versturen naar tientallen gemeenten met de vraag om de Belgische nationaliteit van kinderen die in België geboren zijn uit Palestijnse ouders in te trekken.
Kinderen van Palestijnse ouders kregen tot nu toe de Belgische nationaliteit op basis van artikel 10 van het Wetboek van Belgische nationaliteit. Dat artikel bepaalt dat kinderen geboren in België de Belgische nationaliteit krijgen als ze geen andere nationaliteit hebben. Het verkrijgen van de Palestijnse nationaliteit is voor die kinderen absoluut onzeker. Palestina wordt door ons land niet erkend als staat. Bovendien bestaat er niet zoiets als een eigen Palestijnse nationaliteitswet. Israël bepaalt dat de Palestijnse Autoriteit enkel Palestijnse paspoorten mag afleveren aan kinderen die in Palestina geboren zijn. Het is duidelijk dat kinderen geboren uit Palestijnse ouders in ons land een groot risico lopen om staatloos te worden.
Toch adviseert de DVZ aan tientallen gemeenten om de Belgische nationaliteit van die kinderen in te trekken. Die bevoegdheid ligt volgens artikel 164 van onze Grondwet gelukkig niet bij de staatssecretaris of haar DVZ, maar bij de ambtenaren van de burgerlijke stand in elke gemeente en dus ook in Beringen", stelt Oztas.
Hij deed een voorstel tot beslissing: "Stad Beringen legt het onwettig advies van de Dienst Vreemdelingenzaken naast zich neer en volgt de wettelijke bepalingen zoals die voorgeschreven worden in artikel 10 van het Wetboek van Belgische nationaliteit en artikel 164 van de Belgische Grondwet".
Schepen Ann-Sofie Vanoverstijns (CD&V): "Het conflict baart ook mijn zorgen, zeker voor de vele vrouwen en kinderen die er slachtoffer van zijn. Art 10 biedt een inderdaad een oplossing. In Beringen zijn tot op heden geen kinderen die de Palestijnse nationaliteit hebben gekregen. In Beringen is trouowens geen kraamkliniek, tenzij het gaat om een thuisbevalling en die kans is echter klein. Wij hebben als stad geen brief gekregen van de Dienst Vreemdelingenzaken. In de toekomst als het nodig is, zullen we handelen in het belang van kind. Uw voorstel is daarom zonder voorwerp".
Er was geen stemming nodig voor dit punt.