Het spotten van een wolf in het natuurgebied in de buurt van Koersels Kapelleke doet menig hart sneller slaan. De één heeft angst, de ander is verheugd. De wolf heeft in de literatuur een slechte reputatie. Het begint al met de sprookjes van Roodkapje en de Drie Biggen. En wie heeft er niet gegriezeld met een boek of film over een weerwolf? De
burgemeester van Beringen kreeg de afgelopen dagen verschillende telefoontjes van verontruste burgers.
En
Inge Jespers en Bart Liesenborgs uit Paal gingen al op wolvenjacht in Koersel en kwamen terug met een foto van een afdruk van wat een wolvenpoot zou kunnen zijn. Zij wachten nog vol ongeduld op de juiste analyse van experten.
Wij gingen vandaag ons licht opsteken bij
Jan Kenens van Natuurpunt Beringen.
"Er is inderdaad de laatste dagen heel wat te doen rond de terugkeer van de wolf. Uiteraard zijn wij zeer blij dat zo'n topsoort de Vallei van de Zwarte Beek en het militair domein Kamp Beverlo uitkiest om al dan niet tijdelijk te vertoeven.
Dat de wolf net hier in Koersel is waargenomen, geeft een beetje een dubbel gevoel.
Enerzijds ben ik heel blij want het feit dat topsoorten zoals een wolf, maar ook een raaf, een slangenarend, een scharrelaar hier gespot worden, vertelt veel over de kwaliteit van het natuurgebied", zegt Jan Kenens.
"Er is enerzijds de naar Vlaamse normen uitgestrektheid (en daarmee ook relatieve rust) van het gebied, want de meest kritische soorten zijn uit Vlaanderen verdwenen mede doordat gebieden te veel zijn versnipperd, en er te veel ongezoneerde recreatie (lees verstoring van de mens) is", gaat Jan verder.
Het natuurbeleid van de afgelopen dertig jaar, destijds opgestart door
BERO en overgenomen door Natuurpunt werpt duidelijk zijn vruchten af.
"Vandaar dat Natuurpunt ook altijd probeert om zachte recreatie zoveel mogelijk te sturen en te zoneren via wandelpaden, zodat er nog altijd een grote brok ongerepte kern natuur overblijft. Anderzijds is het feit dat een wolf hier zo lang kan vertoeven een teken dat er voedselaanbod genoeg is, dus het voorkomen van reeën en ander wild zoals everzwijn, zijn een pluspunt. Het stemt ook hoopvol dat de laatste jaren de inspanningen die worden gedaan op vlak van natuurbehoud en natuurontwikkeling hun vruchten lijken af te werpen, denk maar aan maatregelen in het kader van natuurinrichting Zwarte Beek, het Lifeproject Danah op het militair domein, maar ook het reguliere natuurbeheer van onder andere Natuurpunt en de Vlaamse overheid", zegt Jan nog.
Maar het is allemaal geen rozengeur en maneschijn op gebied van natuurbescherming.
"De natuurkwaliteit in Vlaanderen is nu niet echt iets om fier op te zijn en het is jammer dat je topnatuur enkel nog in onze grotere natuurgebieden vindt. Als je even in onze inkomhal naar de luchtfoto kijkt, dan zie je meteen ook het versnipperde landschap hier in de omgeving, en deze omgeving is dan naar Vlaamse normen nog een vrij intact gebied. De Vallei van de Zwarte Beek met het militair domein Kamp Beverlo, valt ook meteen op als grote natuurvlek zonder lintbebouwing en wegen of andere infrastructuur zoals spoorwegen, snelwegen, kanalen... Het is niet voor niks dat al die soorten waar men in natuurmiddens zo lyrisch van wordt, enkel nog waargenomen worden in deze robuuste natuurgebieden. Vandaar ook dat deze gebieden vanuit Europa worden aangeduid als
natura-2000 gebied en dat we daar als maatschappij een grote verantwoordelijkheid dragen om deze natuur voor de toekomst veilig te stellen. Dat is ook de rol die Natuurpunt en andere milieuorganisaties (en de Vlaamse Overheid) moeten spelen, namelijk door aankoop en beheer gebieden veilig te stellen en de achteruitgang van de natuurwaarden te stoppen", stelt Jan nog.
Het is belangrijk om in dit geheel de juiste informatie te geven zonder sensatiezucht.
"Dat is ook de rol die we als bezoekerscentrum kunnen vervullen, namelijk duidelijke objectieve informatie geven zodat 'wilde' verhalen niet hun eigen leven gaan leiden en de wolf misschien ooit terug een tweede kans krijgt in Vlaanderen", besluit Jan Kenens van Natuurpunt Beringen.
(foto: Inge Jespers en Bart Liesenborgs)