Op de gemeenteraad van gisterenavond vroeg
Lowie Tielens (Vlaams Belang) naar een stand van zaken rond de mogelijke sloop van de kolenwasserij en een eventuele herbestemming.
Burgemeester Vints volgt dit dossier op en gaf Tielens dit antwoord: "Zoals u allicht weet bestaat de zgn. “kolenwasserij” van Beringen in feite uit vier kolenwasserijen. Over twee kolenwasserijen is er reeds geruime een consensus rond behoud en aanpak. Kolenwasserij 2 is, samen met de zgn. lading, volledig gerestaureerd. Dit gebouw zal worden overgedragen aan de Provincie Limburg om onderdeel te worden van het mijnbelevingscentrum be-MINE PIT. Kolenwasserij 4 is gelegen aan de kant van het winkelcentrum; de restauratiewerken aan dit gebouw zijn recent opgestart. Resten de kolenwasserijen 1 en 3.
Voor kolenwasserij 1 werd door NV be-MINE in 2017 een sloopvergunning aangevraagd. Deze werd door het schepencollege geweigerd. In beroep werd de vergunning verleend door de Bestendige Deputatie. Tegen deze vergunning werd een procedure bij de Raad voor Vergunningenbetwisting ingediend.
Op 11 juni 2019 werden wij geïnformeerd over het feit dat de NV be-MINE verzaakt aan de stedenbouwkundige vergunning voor sloop van kolenwasserij 1. Hierdoor werd de lopende procedure voor de Raad voor Vergunningenbetwisting zonder voorwerp. Het is dus een juridisch-technische uitwerking van deze verzaking die officieel geakteerd werd bij de raad voor vergunningenbetwistingen.
Door Vlaams Minister Bourgeois werd voor de kolenwasserijen een procedure ingezet voor gedeeltelijke opheffing van het beschermingsbesluit. In dit kader heeft de Stad Beringen een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werden 182 bezwaarschriften per brief en 1.129 bezwaarschriften via e-mail ontvangen. Deze werden aan het Agentschap voor Onroerend Erfgoed overgemaakt.
Na onderzoek van de bezwaarschriften heeft Vlaams Minister Bourgeois in mei 2019 de Vlaamse Bouwmeester aangesteld als intendant om in gesprek te gaan met NV be-MINE en de verschillende verenigingen die bezorgd zijn over het erfgoed. Dit participatief project moet onderzoeken hoe er maximaal consensus kan worden gevonden tussen de verschillende partijen. De Bouwmeester en zijn team hebben ondertussen deze opdracht opgenomen en dit in overleg met het Kabinet van de Minister, het Agentschap Onroerend Erfgoed, de Stad Beringen en NV be-MINE.
In de komende weken zijn gesprekken gepland met vernoemde organisaties en erfgoedverenigingen die zowel lokaal, als op Limburgs, Vlaams en Europees niveau actief zijn.
Op basis van deze gesprekken en adviezen zal gezocht worden naar een gedeeld ambitieniveau om vervolgens via ontwerpend onderzoek tot mogelijke scenario’s te komen hoe met de reconversie van deze site kan worden omgegaan. Als stadsbestuur onderschrijven wij volledig deze aanpak en benadering. Het sluit enerzijds aan bij onze visie om te zoeken naar een zo breed mogelijk draagvlak en anderzijds ook aan onze bezorgdheid tot behoud van identiteit, beeld- en ensemblewaarde van de erfgoedsite".