Tribunaliteiten
Al een paar dagen kreeg JM rare telefoons. Zodra hij opnam, legde de andere kant in. Als bij wonder kreeg hij enkele dagen later bezoek van een veiligheidsfirma. JM, die aan multiple sclerose leed en rolstoelgebruiker was, tekende terstond een contract. Hij bestelde branddetectoren, een alarmcentrale en een agressie-alarm, totale prijs 4.900 euro. Daarnaast ook nog telebewaking en een dienstenpakket voor 3,85 euro per dag en een onderhoudscontract voor 150 euro/jaar. Maar, JM kon niet betalen. Geen probleem, want de firma had onmiddellijk een nieuw contract klaar, zodat hij op krediet en mits domiciliëring kon ‘huurkopen’. Bij levering kocht JM – van contentement? – nog twee blusapparaten met de onvermijdelijke onderhoudscontracten.
JM betaalde een vijftal maanden, maar liet dan weten dat het contract nietig was en hij zijn geld terug wilde. Waarop de veiligheidsfirma 5.655 euro eiste wegens contractbreuk. De rechtszaak die volgde kwam tot bij het hof van beroep van Antwerpen. Het hof wenste vooral te weten waar het contract was gesloten en of de firma zich gevraagd of ongevraagd aanbood. Want leuren met kredieten is verboden en ‘even bellen voor een bezoek’ is ook leuren. De firma schermde met een document getiteld ‘risico-analyse’, waarin de rolstoelgebruiker de firma vroeg ‘zich op basis van de risico-analyse opnieuw bij hem thuis te melden om te onderhandelen over de aanschaf van een beveiligingsinstallatie’. Allemaal goed en wel, vond het hof, maar geen bewijs dat dit document al was opgesteld voor de firma op bezoek kwam. De firma moest ook toegeven dat zij de mysterieuze beller was. Kwam daarbij een dubieuze risico-analyse en het feit dat JM gehandicapt was.
Genoeg voor het hof om te besluiten dat de firma zich bezondigde aan ongepaste beïnvloeding en oneerlijke, agressieve handelspraktijken. Het hof verklaarde het veiligheidscontract nietig. De firma moest alles terugbetalen. JM van zijn kant mocht alles houden.
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)