‘Mehr Licht.’ Met die woorden blies de Duitse dichter Goethe zijn laatste adem uit. Meer licht, dat was ook wat de kopers van een penthouse in Antwerpen hadden gewild. Ze waren afgegaan op een advertentie die het had over een luxueus penthouse met prachtig zonneterras. Het was uitzonderlijk gelegen, met zicht op de statige Frankrijklei en het theaterplein in Antwerpen, stond er nog te lezen. Het appartement ging van de hand voor 285.000 euro, maar vier maanden na de akte bij de notaris trokken de kopers naar de rechtbank, ontevreden omdat ze geen zicht meer hadden op de oude binnenstad en de lichtinval veel minder was. Alles had te maken met de afbraak van het belendende appartementsgebouw. In de plaats rees een nieuw gebouw en een veel minder aantrekkelijke horizon voor de kopers, die een schadevergoeding van 41.800 euro eisten.
Maar de verkoper opperde dat de kopers geen recht van spreken hadden. Ze wisten van het nieuwbouwproject. Er was niet alleen een affiche die de afbraak aankondigde, maar ook een spandoek waarop ‘nieuwsgierig’ was geblokletterd. De verkoper stond klaar om te antwoorden op al hun vragen. Geen vragen, geen antwoorden en dus hadden de kopers alleen zichzelf iets te verwijten.
De rechtbank was het hier niet mee eens. Het uitzicht was een belangrijk verkoopargument en door te zwijgen over de invloed van het nieuwe gebouw op de skyline van de kopers, verdoezelde de verkoper belangrijke informatie. Een verkoper moet volgens de rechtbank een koper begeleiden en zelf zoeken naar antwoorden op vragen die voor de koper van belang zijn. Zeker als hij de koper via een advertentie uitnodigt om te kopen. De rechtbank kende de kopers een schadevergoeding toe van 36.000 euro, ervan uitgaande dat zij het appartement nog vijftien jaar bewonen en voor 200 euro per maand minder plezier hebben van licht en zicht.
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)