Ik denk niet dat Kris Van Dijck zich een held voelde gisterochtend. En onder de douche zal hij vermoedelijk ook niet staan zingen hebben van
“Twee jonge meisjes 't is al zo laat. De maan is vol en m'n glas is leeg.”
Je kent het wel, dat vrolijke liedje van Jo Jacobs, alias ‘De Held’. Let ermee op hoor! Voor je er erg in hebt nestelt het zich onverbiddelijk als een niet te verdelgen oorwurm in je brein. Je zingt het, je neuriet het, je fluit het. Een paar uur kun je dat uithouden maar dan maakt het je gegarandeerd langzaam maar zeker knettergek. En God helpe je als het – en dat had ik aan de hand – ’s nachts toeslaat! Een psychiater die doorgeleerd had over dat fascinerend aspect van de menselijke psyche, heeft me ooit toegegeven dat hij geen weet had van een efficiënte therapie voor het merkwaardig verschijnsel. En hij was al drieënzestig en runde al ruim éénendertig jaar een goed draaiende praktijk! “Je kunt alleen maar hopen dat het vanzelf weer weggaat”, zei hij. Soms, héél soms, hielp het oplossen van een sudoku met medium als minimale moeilijkheidsgraad. Maar zelfs dan waren hem gevallen bekend van jammerlijk herval. Zelfs na achtenveertig uur konden de symptomen weer opduiken.
Gistermiddag ben ik eens, tegen mijn gewoonte, op het terras van De Kroon blijven zitten om mijn krantjes te lezen. Had ik dat dus maar niet gedaan.
Twee jonge meisjes fietsen hier nu voorbij
Twee jonge meisjes en ze kijken niet naar mij
Want ze weten niet dat ik hun achtervolg met mijn blik
Twee jonge meisjes wees niet bang en heb geen schrik
Mijn christelijke opvoeding heeft me doordrongen van het besef dat je gelegenheden tot het ontstaan van chaotische ideeën moet mijden. Ik besluit om toch maar preventief binnen plaats te nemen. Even later zitten ze aan het tafeltje naast me. Van Sint-Huibrechts-Lille waren ze. Van de verkeerde kant van het kanaal weliswaar, maar toch, van Lille. Ze kwamen eigenlijk voor Niels, vertelden ze me. Niels is een knappe jongen en hij werkt als jobstudent in De Kroon. Hun vriendschap voor hem was op korte tijd intens geworden. Liene en Yasmin heetten ze. Vlotte, gesprekzame meiden. En ze hadden grote dorst.
Ik wist het meteen: “Daar gaat je nachtrust!”
En ik vul opnieuw mijn glas en kijk weer uit het ruim
Om te zien of straks twee meisjes weer voorbij zullen gaan
Doei doei doei doei doe doedoe…