Vrijdag 26 september 2014
Tribunaliteiten
Een dame uit Limburg verkocht een woonhuis voor 348.000 euro. In de voorlopige koopovereenkomst stond dat het onroerend goed vrij was van bouwovertredingen. Vier dagen voor de datum waarop het huis moest worden “beschreven” bij de notaris, liet haar advocaat plots aan de notaris weten dat de verkoop niet kon doorgaan omdat een aantal constructies en verbouwingen op het verkochte perceel niet vergund waren. “Aan het perceel kleefde een misdrijf en het mocht dus niet worden verkocht, waarmee de kous af is”, redeneerde de spitsvondige advocaat. De teleurgestelde kopers lieten het er niet bij en daagden de dame voor de rechtbank om hun voorschot terug te eisen en daarnaast een schadevergoeding van 34.800 euro omdat de koop niet doorging. De dame diende prompt een aanvraag tot regularisatie van de bouwovertreding in en wonderwel was die regularisatie dertien dagen later een feit. Waarop de dame voor de rechtbank eiste dat de koop tóch zou doorgaan.
“Te laat”, vond het hof van beroep van Antwerpen. De verkoper had al op de dag dat de notariële akte zou worden ondertekend een huis mét vergunning moeten leveren. Dat de verkoper geen weet had van de bouwovertreding, kon het hof niet geloven. De niet vergunde constructies waren immers opgericht nadat de dame eigenaar werd. Vandaar dat de kopers volgens het hof terecht eisten dat de koop niet doorging en recht hadden op terugbetaling van het voorschot én een schadevergoeding van 34.800 euro, of 10 % van de koopprijs.
Berouw na de zonde komt te laat, moet het hof gedacht hebben.
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)