Tribunaliteiten
Eén van de meest beklemmende vakantiedilemma’s is wellicht: “Gebruik ik het kluisje of niet?” Een hotelgast in een hotel in Genk vond het níet nodig zijn Breitling-horloge van 5.000 euro op te bergen in de kluis van zijn hotelkamer. Na een nacht met zijn partner in het hotel meldde hij het hotelpersoneel dat zijn horloge weg was en legde hij klacht neer wegens diefstal. Zonder resultaat. Hij besloot het hotel voor de rechtbank te dagen en eiste daar 5.000 euro. Het hotel zette zich schrap. De diefstal was niet bewezen. “En wie zegt dat de hotelgast of zijn partner zelf niet schuldig waren aan de verdwijning van het uurwerk?” zo vroeg het hotel zich luidop af.
Het hof van beroep van Antwerpen vond echter dat het hotel moest uitgaan van de eerlijkheid van zijn gasten, zolang het tegendeel niet bewezen is. En, zo oordeelde het hof, het hotel had geen reden om te twijfelen aan zijn gast. Hij had de diefstal direct gemeld en op geen enkel ogenblik had het hotelpersoneel in twijfel getrokken dat de gast een Breitling-uurwerk droeg. Aan de hand van de digitale uitlezing van het kamerslot kon men ook niet uitmaken of een vreemde bezoeker al dan niet de hotelkamer was binnengedrongen. Nalatigheid kan de hotelgast niet worden aangewreven, vond het hof. Het is niet omdat het personeel en de kamerhandleiding de gasten attent maken op het kluisje, dat het hotel niet meer aansprakelijk is voor diefstal van zaken die zijn gasten meebrengen. Dat diezelfde kamerhandleiding elke aansprakelijkheid van het hotel voor het verlies van waardevolle zaken afwimpelt, verandert hier niets aan. Het hotel moest zijn gast 5.000 euro betalen.
Hugo Claus wist het al: “Een gast, hoe schamel ook, is heilig.”
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)