De dame die zich in mei van dit jaar bij de vrederechter van Genk aanbood had wel een heel speciaal verzoek. Als thuisverpleegster had zij de zorg over een weduwnaar zonder kinderen. De man was ondertussen gestorven en liet haar zijn have en goed na, met uitzondering van zijn woning en 25.000 euro. Die gingen naar een andere dame en een nicht. De weduwnaar had ook voorzien dat, als zijn verzorgster niet wilde weten van het testament of overleed, alles naar haar kind ging.
De thuisverpleegster huiverde bij de idee dat haar omgeving haar verdacht van misbruik van een patiënt en deed afstand van het testament. Het arbeidsreglement van de vzw waar ze voor werkte verbood haar ten andere erfenissen en giften van cliënten te aanvaarden. Aan de vrederechter vroeg zij daarom samen met haar man toelating om namens hun kind af te zien van het testament. Want, via hun kind konden zij als ouders van het testament genieten tot hun kind meerderjarig was en zo toch nog in de clinch raken met de erfgenamen van de weduwnaar. De vrederechter vond dat de wet de thuisverpleegster niet verbiedt de gift te aanvaarden. Maar, hij onderkende dat de thuisverpleegster loyaal wilde zijn t.o.v. haar werkgever en collega’s en daarom het arbeidsreglement niet wenste te omzeilen. Vandaar dat de vrederechter de thuisverzorgster en haar man de toelating gaf om het testament namens hun kind te verwerpen. Hun kind lijdt hierdoor wel nadeel, aldus de vrederechter, maar, de wens van de moeder om elke verdenking van misbruik te vermijden, heeft voorrang op het financiële belang van het kind.
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)