Volgens een krantenbericht gaf een islamitische rechtbank een man gelijk die zijn vrouw via SMS meldde dat hij haar niet meer als zijn echtgenote zag. Waar of niet waar, maar wat is een SMS nu eigenlijk waard voor de Belgische rechtbank?
Onlangs stelde het hof van beroep van Antwerpen de zaken op scherp.  Aanleiding was een ruzie tussen twee ex-partners. De ene eiste 27.000 euro terug die zij had voorgeschoten  voor de aanleg van een tuin en zwembad. Maar haar partner zei dat de gelden waren besteed aan reizen en betwistte de lening.  De eiser meende dat SMS-jes van haar ex-partner i.v.m. de lening aantoonden dat het om een lening ging. Fout, zei het hof, want waaruit blijkt dat de SMS-jes echt afkomstig zijn van de ex-partner? Om het even wie kan een SMS-bericht sturen in naam van iemand anders. Bovendien bestaan er mogelijkheden om in te breken in andermans GSM, aldus het hof.
Een rechtbank bekijkt de zaak echter anders als vaststaat wie het SMS-je verzond. Zelfs tussen niet-handelaars is een SMS-berichtje dan een begin van bewijs.
Zo was er een kandidaat-koper van een onroerend goed die een SMS-je kreeg van de verkoper waarin deze het bod van de kandidaat-koper aanvaardde. Het hof van beroep te Gent oordeelde dat dit SMS-je het begin van bewijs leverde dat er echt een verkoop plaatsvond. Toch vond het hof uiteindelijk dat er géén verkoop plaatsvond, omdat er na het SMS-je met de aanvaarding van het bod, geen SMS-jes, mails of briefwisseling volgden die de koop bevestigden. Via een juridische omweg gaf het hof de ongelukkige kandidaat-koper toch nog enige voldoening. Het kende hem een schadevergoeding toe van 25.000 euro en de gerechtskosten (11.700 euro). De onderhandelingen waren immers zo ver gevorderd dat de koper er op mocht vertrouwen dat de koop zou doorgaan aan een aanvaardbare prijs. Dat de verkoper de onderhandelingen plots afbrak en het onroerend goed snel verkocht aan iemand anders, vond het hof onaanvaardbaar.
Het ene SMS-je is dus het andere niet. En al is een SMS-je geen sluitend bewijs, het is meer dan een rooksignaal in het juridisch verkeer.
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)