Tribunaliteiten
Niet alles wat in uw verzekeringspolis staat is evangelie. Neem de levensverzekering die bepaalt dat bij een ongeval met opzet van de verzekerde of de begunstigde de verzekeringsmaatschappij niet moet uitbetalen. Het hof van cassatie, ons hoogste rechtscollege, boog zich over zo’n polis nadat een man zelfmoord pleegde en ook zijn echtgenote en dochter om het leven bracht. De man had de polis afgesloten op het hoofd van zijn echtgenote, de begunstigde van de polis en daarna de twee erfgenamen. De twee kinderen uit het vorige huwelijk van de man maakten als erfgenamen aanspraak op uitbetaling van het verzekerde kapitaal. De verzekeringsmaatschappij weigerde te betalen, want de polis luidde: ‘zijn uitgesloten: ongevallen veroorzaakt door een opzettelijke handeling van de verzekerde of van de begunstigde van de polis, door zelfmoord of poging tot zelfmoord, door opzettelijke deelname aan misdaden en/of misdrijven.’ Het overlijden van de echtgenote was het resultaat van een opzettelijke daad van de man en dus hoefde de verzekeringsmaatschappij niet uit te betalen aan de twee kinderen.
Het hof van cassatie zag het echter anders. Het oordeelde dat een clausule die verhindert dat een begunstigde die niet de auteur is van de opzettelijke fout wordt uitbetaald, verboden is. Verzekerden en begunstigden die niets te maken hebben met de opzettelijke fout blijven dus hun recht op uitbetaling behouden, aldus het hof van cassatie. De uitspraak van het hof biedt misschien geen troost, maar er spreekt wel menselijkheid uit.
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)