Ik stond te kijken van deze titel in de krant. “Het is oorlog in brillenland”. De aanstokers van de rellen? De vrije markt, want de concurrentiestrijd is meedogenloos. We maken vandaag trouwens een aanslag op onze ogen mee, las ik nog. De tablets, smartphones en andere lichtgevende schermen doen onze ogen niet veel goed. Kortom, de brillenmarkt is booming. Het deed me denken, hoe het hulpmiddel geëvolueerd is. Van een levens- of zichtnoodzakelijk iets tot een modeverschijnsel. Zeker bij de zonnebrillen is het niet langer een kwestie van te zien, maar van gezien te worden. Terwijl ik me uit mijn lagere schooltijd herinner dat iemand met een brilletje wel eens voor ‘vieroog’ uitgescholden werd. Jawel, het ging er hard er toe, in die jaren ’70. Enig zoekwerk leert me dan weer dat Simon Carmiggelt, de grote columnist, dat scheldwoord in de jaren ‘40 introduceerde.
Het woord ‘bril’ vindt zijn oorsprong dan weer in ‘beril’, het mineraal waar de eerste brillen van werden gemaakt. Het deed me afvragen, hoe die andere bril, de wc-bril, aan zijn naam kwam. Heel eenvoudig, want het werd zo genoemd omdat je er ook door kan kijken. Opvallend is dat onze taal hierin uitzonderlijk is. In het Engels is het een ‘toilet seat’ en in Noorwegen ga je op een ‘toalettsete’ zitten. Maar er is nog één land waar het ook een wc-bril is, namelijk Zuid-Afrika. We hebben immers een gelijklopende taalgeschiedenis. Geheel toevallig zag ik in het Afrikaanse woordenboek ook de woorden ‘windop’ en ‘windaf’ staan. Mooie woorden, die wij ook gebruiken, maar geen correct Nederlands.
Nog straffer is hoe we plots van een wc-bril tot bij wind gekomen zijn. Meestal is het andersom, niet? Maar als u het niet meer weet, moet u deze 300 woorden nog maar eens nalezen. Op het gemak natuurlijk.
Rudi Lavreysen