Ik weet niet hoe het zit met spannende momenten in uw leven, maar zelf vind ik het leven van elke dag spannend genoeg. De chocopot die niet goed dichtgedraaid was, waardoor ik het deksel nog in mijn hand had en de pot op het fornuis viel. Zowel pot als fornuis stuk. Echt gebeurd, maar gelukkig al opgelapt. Of één van de mannen, toen nog klein, die met zijn vinger tussen de perforator zat -hoe krijg je het voor elkaar, niet?- waardoor we met de gaatjesknipper nog aan zijn vinger naar de spoed moesten. Echt gebeurd, ondertussen gelukkig al geheeld. Als ik het nog spannender wil maken, volstaat een boek of een film. Maar tijdens een wandeling in het bos verwacht je geen spannende voorvallen. Al hebben we het er wel eens over wat we zouden doen als we een everzwijn zouden tegenkomen. Want je leest er wel eens over. Tot je plots echt wilde dieren tegenkomt in het bos. Het waren gelukkig geen everzwijnen, maar twee reeën. Ze sprongen vlakbij door het kreupelhout. Ik wilde snel een foto nemen, maar was te laat. Een man die iets verderop stond, wilde weten of we van het bosagentschap waren, omdat we stil stonden en naar het kreupelhout wezen. Even meende ik te zeggen ‘ja, van de FBI, het Federaal Bos Inspectieteam’, maar de gedachte alleen was al flauw. We vertelden over de reeën en hadden nog een interessante babbel, zo midden in het bos. Even verderop kwam een vrouw aangerend, roepend naar een hond. “Hebben jullie geen hond gezien”, vroeg ze. “Hij had reeën geroken en is er achteraan gerend.” We vertelden dat we de reeën gezien hadden, maar niet de hond. We hebben haar wel de richting gewezen. Ik vond het toch best spannend. Ik zei nog, dat moet ik vertellen.
Rudi Lavreysen