Kunst is mijn draagvlak. Ik lig te draaien, sta op, kijk rond, aanvaard. Ik zoek naar een leven zonder wet. De vragen van vandaag moeten de antwoorden van morgen kunnen zijn. Dat is het oppervlak. Ik verheug mij. Een acteur of wat? Echt? Of is het misschien eerder een muzikant? Zou kunnen, dat is een vraag. Daarbinnen ligt de inkijk van mijn leven. Hij kan schrijven met muziek en de andere kan muziek spelen met woorden; wat het is moet mijn hoofd zelf uitmaken. Los van de beklemming vindt het de weg. Vijf minuten niet aan kunst denken, daar begin ik niet aan. De zaal gaat open, het volume van het ruisend hoofd draait dicht. Spanning. Een ruimte met spiegels, een doolhof met gaanbare wegen die vinden, altijd. Taal en verbeelding staan hier tegen over elkaar, geven mij mijn eigen idee. Elk apart, iedereen samen, nooit alleen. Het mag veel vragen, ik krijg, neem op. Een voorstelling gaat nooit verloren, een beeld blijft altijd ergens zichtbaar. Dat maakt het zinvol. Veel spikkeltjes zijn de samenvatting van een geheel.
Rust.
Een hoofd is altijd bezig, bouwt op, breekt af, gooit weg. Als je niet verder kijkt zal je nooit verder geraken.
Theater.
Psychologische inzicht krijgt je.
Hij werd kunstenaar zou je kunnen denken, ik kunstliefhebber zou je denken, je mag, je moet niet.
Dat is de sceptische vrijheid die er is.
Ik wil naar theater omdat ik er moet zijn.
Een dwang die mij brengt naar waar mijn vrijheid is.
Prachtig.
Bezig zijn met uzelf, kijken naar het beeld van anderen, soms er middenin staan, onbewust, zonder vragen, aanvaarden.
Is het een fout in de tijd?
De oplossing?
Toch een vraag?
Ik heb een deel van het gesprek gemist.
Het duurt te lang.
Een moment. Een kwetsbaarheid. Een open deur. Een andere deur die dicht gaat, eindelijk.
En een ander moment wordt een moment dat nooit weg gaat, altijd ergens is.
Ik voel dat ik begrepen word als ik daar ben.
Buitenshuis zijn is binnenskamers leven daar.
Nooit straks, altijd nu.
Een herinnering die haar plaats weer neemt.
De stem die daar wordt gegeven is de mijne die dichter komt.
Altijd.
Het kan zijn dat ik het die avond niet goed vond, maar er is altijd iets in mijn binnenste dat beweegt.
Theater kan een raam zijn met een doek over. Ik kijk maar ik zie niks, maar ikzelf kan ook de blinddoek zijn die het raam eerder niet zag. Kunst kan mij/ ons daarbij helpen.
Kijken naar de wereld is kijken naar uzelf, en dat is kijken naar waar de wereld is.
Ik heb 113 voorstellingen in mijn leven gezien en ik zal er nog duizenden meer zien. Het gaat niet om een getal maar om het moment, da weet ik. Theater. Dat moment is altijd het moment dat van zichzelf is, en dat moment is altijd het moment dat zich van mij maakt.
Dan kom ik thuis, kruip in mijn bed, en dan valt alles samen en begint alles weer opnieuw.
Brent Vandecraen