Een paar keer heb ik hem ontmoet: een vrolijke goedlachse man van midden vijftig, nooit om een uitgesproken mening verlegen. Ook wel eens meepratend over dingen waar hij minder verstand van had. Om animo in de discussie te brengen.
Een tiental jaren geleden werd bij Eddy de diagnose ‘kanker’ gesteld. Hij gaf de moed niet op. Dan kenden ze hem nog niet! En de behandeling sloeg aan. Hij genas. Ogenschijnlijk volkomen.
Als ik hem de laatste tijd tegenkwam, was hij in het gezelschap van een vrouw van zijn leeftijd. Fijn voor Eddy!
Maar het kankermonster sloeg weer toe. Ditmaal was het een vreselijk agressief type met een bijzonder ongunstige prognose.
En de vorige week, toen ik door mijn krant bladerde, zag ik zijn foto tussen de rouwberichten. Hij lachte erop, zoals ik hem kende.
Ik vernam dat hij voor euthanasie gekozen had. Een uur voor de injectie hem zachtjes deed inslapen, had hij nog met een paar vrienden gebeld. Hij klonk rustig, vastberaden. Hij leek verzoend met zijn onrechtvaardig lot, klaar voor wat komen ging.
Er zijn mensen die euthanasie, onder welke vorm dan ook, afkeuren. Meestal om levensbeschouwelijke redenen. En ik weet niet of Eddy in God geloofde, maar ik kan niet anders dan diep respect hebben voor iemand die er zelf voor kiest om op een waardige manier uit dit bestaan te stappen.
Niemand van ons heeft immers ooit gevraagd om geboren te worden. En als pijn ondraaglijk wordt en/of de toestand manifest uitzichtloos geworden is, waarom zouden we dan niet tenminste mogen beslissen wanneer en hoe we dit tranendal verlaten? En neen, hoeveel vooruitgang de medische wetenschap ook op dit gebied geboekt heeft, pijnbestrijding is in sommige gevallen nog steeds verre van toereikend.
Ik kende je niet eens echt goed, Eddy, maar dankjewel voor je dappere voorbeeld.