Ik heb een vaste boekenverkoper op de zondagsmarkt. Natuurlijk is hij ook een boekenkoper. Omdat ik zelf een boekenkoper ben, is dat praktisch. Wacht, ik leg het u uit. Hij verkoopt boeken, maar hij koopt ze ook, op allerhande boeken- en tweedehandsmarkten. Als hij daar iets ziet waar zijn klanten naar op zoek zijn, schaft hij het aan. Dat bespaart ons, boekenkopers, een hoop tijd.
"Jij bent toch die Carmiggeltman", zegt hij me tijdens de eerste markt van het jaar. "Klopt. Heb je nog iets?" Meteen heb ik spijt van mijn vraag. We hebben thuis afgesproken dat ik wat minder doe met boeken, wegens plaatsgebrek. Maar het is een beetje als roken. Op de duur doe je het stiekem. Zeker bij de uitgave van Carmiggelt die mijn vaste boekenverkoper me laat zien.
"Je zocht toch nog iets?", vraagt hij. "Ja, je mag van dinges altijd iets mag meebrengen", antwoord ik. Met de beste wil van de wereld kan ik niet op de naam van de Japans-Engelse auteur komen. "Die Nobelprijswinnaar", vervolg ik. "Ja, daar zijn er veel van", lacht hij. "Je weet wel, het boek met de butler en zijn vader, op het Engels platteland, tijdens de Tweede Wereldoorlog." "Inderdaad", zegt hij. "Het is verfilmd, met Anthony Hopkins. The remains of the day."
Mezelf vervloekend dat ik niet op de naam van de schrijver kom, begeef ik me terug huiswaarts. Plots schiet het me te binnen. “ISHIGURO”, roep ik luid. Als in een kramp. Ik schrik er zelf van. Net als de verkoper van tweedehands gereedschap, waar ik langs sta. Hij denkt wellicht dat ik een klap van de hamer heb gekregen, die voor hem ligt.
Ik besluit snel om te zwaaien, alsof ik mijn vriend Ishiguro in de verte zie. Maar ik denk niet dat ik ermee weg kom.
Rudi Lavreysen