Kent u het tv-programma waarbij je om ter snelst een stoel moet trachten te vinden? Wij hebben ook zo'n stoel. Al is de onze geen strandstoel, maar een canapé. Daarenboven staat die canapé altijd op dezelfde plek. "Wat heeft het dan met dat tv-programma te maken?", hoor ik u zeggen. Wel, het is ook vechten om er als eerste in te zitten. Nog een verschil: de winnaar krijgt geen reischeque naar een exotisch land. Tenzij naar dromenland, want onze lange canapé nodigt uit om er uitgestrekt in te gaan liggen.
We hebben hem nog maar een tijdje. "Krijgen we hem wel binnen langs de deur?", vroeg ik aan de man die hem leverde. "Ik denk het wel", zei hij. Ik twijfelde serieus, maar anderzijds heb ik niet zo veel ervaring met het plaatsen van canapés. Het lukte natuurlijk voor geen meter. Langs het raam dan maar. Ook dat was niet eenvoudig. Het leek wel een Laurel en Hardy film, zoals we met ons tweeën met die canapé van voor naar achter sjokten.
Nu de canapé binnen is, wil niemand hem nog buiten. De familie nestelt zich er 's avonds in zoals een stel poezen in een kattenmand.
Ik zit er zelden als eerste in. Mijn tijd komt pas als iedereen naar bed is. Dan is het aan mij om me te nestelen en kijk ik wat de tv me te bieden heeft. Een slaapmutsje is niet nodig, want na 5 minuten knor ik zoals een kat met slaapapneu. Drie uur later word ik wakker van de afstandsbediening die op de grond klettert. Eenmaal in bed doe ik geen oog meer dicht. Wat nu gedaan?
Terug naar de bank dan maar. Maar ook daar kan ik de slaap niet meer vatten.
Wat is het me toch een verraderlijk ding, die canapé.
Rudi LAVREYSEN