Ja, ik weet het. Het mag eigenlijk niet. Je kunt er zelfs voor beboet worden als je namaakspullen koopt en het land binnenbrengt.
En toch, ik kon het niet laten. Twee weken geleden was ik in Turkije. Ik geloof dat het in Aphrodisias was. Die hele stad is in de Griekse tijd gebouwd ter ere van Aphrodite, de godin van de liefde, de schoonheid, de seksualiteit en de vruchtbaarheid. Alleen die wetenschap al moet me behoorlijk van mijn apropos gebracht hebben. Gedurende korte tijd was ik – achteraf wéét je dat – ontoerekeningsvatbaar.
Ik passeerde een kraam waar het bord hing dat je op de foto ziet. De man draaide er geen doekjes om: hij verkocht originele nephorloges. Rolex, Diesel, Breitling, Seiko, Patek Philippe, noem het maar. De verkoper, die moeiteloos alle talen van de wereld sprak, vroeg tachtig euro voor een model dat me wel aanstond. De koop werd gesloten voor vijfendertig euro. Ik voelde me de koning te rijk: ik was de trotse eigenaar van een niet van echt te onderscheiden merkuurwerk. En ik was erin geslaagd meer dan de helft af te dingen. Wat was de wereld mooi!
Er zat geen secondewijzer op. Maar welke gepensioneerde heeft die nu nodig?
Dezelfde avond al merkte ik dat de wijzers nog steeds hetzelfde uur aanduidden. Zou er geen batterij inzitten? Of zou die leeg zijn?
Geen nood. Op de woensdagmarkt in Lommel staat er elke week iemand die horloges verkoopt. Die zou me vast wel aan een nieuwe batterij helpen. “Mooie horloge, meneer,” zei de jonge man die me bediende. “Die zal wel een paar centen gekost hebben.” “Ah, je ziet het toch,” wist ik me een houding te geven. “Wel jammer van het bandje,” zei de man met zo’n vette, langzame knipoog. “Dat is toch wel een erg goedkope prul voor zo’n duur klokje.”
Tedju! Hij had me door en stond me daar nog zo’n beetje uit te lachen ook.
“Die batterij was écht leeg, meneer. Maar nu loopt hij weer als een heuse klok.” Hij stopte het ding in een papieren zakje en ik maakte me uit de voeten.
In mijn garage griste ik het zakje van de passagierszit. Maar als het tegen zit, zit het tegen. Dat zakje was aan de onderkant niet dicht. Pats! Daar lag mijn trots op de betonnen vloer. Het glas vertoonde een drietal grote sterren. Ja, ik heb gevloekt. Hard!
Illegaliteit loont niet.
Chel Driesen