Na weken van voorbereidingen was het vorige week dinsdag zover: de sluizen van de wateringen in Kolonie gingen open, waarop het mineraalrijke Maaswater opnieuw z’n weg zocht over de graslanden. En dat al voor de 48ste keer sinds het witteren nieuw leven werd ingeblazen door een groepje vrijwilligers. Die groep is trouwens behoorlijk groot en dat moet ook, want het onderhoud van een dergelijk bevloeiingssysteem vraagt naast veel kennis ook veel handenarbeid.
Gisteren kon het publiek tijdens een begeleid bezoek aan de bevloeide percelen en het omliggende landschap beleven hoe het witteren werkt. Ervaren gidsen namen kleine groepen mee op ontdekking in dit unieke landschap met bijzondere verhalen.
Want uniek is het natuurgebied zeker. Door de aanhoudende aanvoer van kalkhoudend Maaswater kon zich hier een
zeer rijke fauna en flora vestigen. Het water bracht immers meer mee dan alleen mineralen naar de arme Kempengrond. Zo tref je er de
bonte krokus (foto boven) aan, een kleurrijk plantje dat je van nature aantreft in de weilanden van de Alpen. De Grote Watering geeft trouwens nog ieder jaar geheimen prijs en de plantenrijkdom is uitermate groot. 200 van de daar groeiende planten komen elders in ons land niet meer voor en de dichtheid aan zeldzame en zeer zeldzame soorten is ongezien.
Traditionele irrigatie van grasland is een eeuwenoude landbouwtechniek, waarbij stromend water via sloten en greppels tot op het grasland wordt geleid. Witteraars gebruiken enkel de zwaartekracht en de natuurlijke stroming van het water, zonder inzet van pompsystemen. In grote delen van Europa werd grasland vanaf de vroege middeleeuwen tot diep in de twintigste eeuw op deze manier bevloeid, ook bij ons in België. De Grote Watering in Lommel-Kolonie geldt echter ook vandaag nog als exemplarisch voorbeeld van deze methode. Sinds eind 2023 prijkt de traditionele irrigatie – en dus het ‘witteren’ – op de
‘Representatieve Lijst van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid’ van Unesco, een fantastische bekroning voor de vrijwilligers.
Je kan trouwens altijd op eigen houtje en eigen tempo het natuurgebied bezoeken, zolang je op de paden blijft. Het loont zeker en vast de moeite! Aangepast schoeisel dat wat water kan verdragen, wordt wel aangeraden.
(Archieffoto's)