
Wouter Deprez moet dringend zijn leven op orde brengen. Er was nochtans een plan. Hij zou orde scheppen: Geen achterstallige autokeuringen meer, zich eindelijk informeren over de Belgische staatsstructuur, steeds twee gelijke sokken dragen. Maar toen moesten zijn ogen onder het mes. Wat als Wouter blind wordt? Hoe weet hij dan of hij twee dezelfde sokken draagt? Wat wil hij nog zien voor het licht voor altijd uitgaat? En vooral: hoe bepaal je of paniek overbodig is?