Liefst van al begin ik er de dag mee. Lachen met de tekening in mijn krant waarmee de cartoonist de actualiteit een sneer geeft. Doorgaans is het een getekende Jan met de pet die het woord voert. Begin deze week zei hij tegen zijn vrouw: “40 dagen zonder vlees. Een maand zonder alcohol. Dat ze daar eens iets aan doen.” Er is iets van. Het is allemaal geweldig goed bedoeld, maar de sociale druk om mee te doen, zweeft toch ook ergens rond. Hij wist het in één kadertje mooi samen te vatten.
Wie ook niet meedoen met de Dagen zonder vlees zijn de vrijwilligers van de Lommelse Wijkrestaurants. Dat begreep ik toch uit een klein stukje in de krant, waarin het menu voor het volgende Wijkrestaurant in Kerkhoven stond. “Erwtensoep, chipolata met schorseneren in witte saus en gebakken aardappelen en als dessert pudding met speculaas”, zo stond het er letterlijk. Schorseneren. Ik overdrijf niet graag, maar dat is echt een eeuwigheid geleden. Vroeger toverde ons ma die wel eens overheerlijk op tafel. Ik zag ze toevallig ook op de markt liggen. Aan de buitenkant is het geen mooie groente en ze heeft zelfs een bijnaam: “huisvrouwenleed”, of nog mooier: “keukenmeidverdriet”. Omdat het sap van de groente genadeloze vlekken maakt. Mocht het geen dondermiddag zijn, het Wijkrestaurant, ik zou er naartoe gaan. Speciaal voor de schorseneren, maar ook omdat samen eten wel iets heeft. Ook dat las ik afgelopen week in mijn dagblad. Dat er veel eenzame eters zijn en dat het voor hen niet altijd gemakkelijk is, omdat we een stelletjesmaatschappij zijn. Ook daar is iets van. Persoonlijk vind ik met twee naar de frituur gaan al gezelliger. Daarom verdienen de Lommelse wijkrestaurants alle lof. Ze brengen mensen samen. Bovendien serveren ze schorseneren. Of had ik dat al gezegd?
Rudi Lavreysen