Het was een mevrouw, daar ben ik zeker van. En het stond in de krant. Maar wie het was, kan ik me met de beste wil van de wereld niet meer herinneren. Dat zal de leeftijd al een beetje zijn, die vergetelheid. Maar wat ze zei, weet ik nog exact. Ze vertelde dat we in het westen zo gefocust zijn op de leeftijd van de mensen. Dat je dit bijna nergens ziet. Tja, dat klopt ook wel. Niet? Kijk maar in de krant. Je kan geen interview lezen of de leeftijd van de geïnterviewde staat tussen haakjes achter zijn of haar naam. ‘Och’, denk je dan, ‘is die al zo oud?’. We vragen ook steevast aan mensen hoe ‘oud’ ze zijn. Niet dat ik de leeftijd wil ontkennen, maar het is zoals bij de temperatuur. Die zegt ook niet alles. Er bestaat zoiets als de gevoelstemperatuur. Met een beetje wind kan het kouder aanvoelen dan het werkelijk is. Zo is het ook met de gevoelsleeftijd van een mens. De ene dag voel je je dertig, maar de andere dag veertig. En hoe ouder je wordt, hoe lager je gevoelsleeftijd blijkt te liggen. Al schommelt die gevoelsleeftijd natuurlijk enorm, afhankelijk van wat je uitspookt. Een vriend van me zei het onlangs nog. ‘Er zit nog een beetje mist in mijn hoofd van gisterenavond’. Hij was behoorlijk op de lappen geweest. ‘Ik voel me precies tien jaar ouder’. Daarom is dit mijn concreet voorstel. Laat ons niet langer de exacte leeftijd van een persoon afdrukken in de krant. Enkel zijn of haar gevoelsleeftijd. Dus hoe de persoon zich voelt die dag. Zo wordt het lezen meteen wat spannender. ‘Oei, hij voelt zich oud vandaag. Wat zou er aan de hand zijn?’ En laat ik maar meteen de daad bij het woord voegen.
Rudi LAVREYSEN (39), maar morgenvroeg wellicht (55)