Gisterenavond vond in een goed gevulde bibliotheek een boeiende lezing, eigenlijk een openhartig gesprek, plaats door en met Vlaanderens top-thrillerauteur Toni Coppers.
Hij schrijft al jaren thrillers en kwam spreken over wat hem drijft, zijn eigen parcours en gaf je een blik achter de schermen van het vak. Toni Coppers praatte vol overgave over hoe zijn boeken ontstaan, waarom hij zo vaak een vrouw als hoofdpersonage kiest en hoe dat toch ook een beetje autobiografisch is.
Rudi Lavreysen leidde het gesprek in goede banen.
(Foto's Robert Boons)
Toni Coppers is zonder twijfel Vlaanderens favoriete
misdaadauteur. Hij schrijft al jaren mooie thrillers, over mensen van vlees en bloed. Zelden is iemand helemaal juist of helemaal fout. Slachtoffers en daders zijn levensecht. Net door dat menselijke is Coppers lezen wellicht zo verslavend. De vaste hoofdpersonages evolueren boek na boek en al heb je die rode draad niet nodig om de boeken te lezen, voor de meeste mensen is het net dat wat het DNA van Coppers’ spannende boeken zo uniek maakt.
Toni Coppers - er is ondertussen een bibliotheek die zijn naam draagt, in Sint-Truiden. Zijn vader was er o zo trots op! - had nooit de ambitie om schrijver te worden. En al zeker niet van thrillers. Toch schrijft hij intussen al jaren – over moord en misdaad, ja, maar vooral
over mensen. Over hoe ze vallen, en hoe ze weer opstaan.
Als kind verzon hij al verhalen. Niet omdat hij per se wilde schrijven, maar omdat hij niet buiten de groep wilde vallen. Zijn vrienden praatten over boeken en films die hij niet had gelezen of gezien, dus improviseerde hij. Hij verzon verhalen om mee te kunnen praten. Later, toen hij in een technische school belandde – “om een degelijk beroep te leren,” zoals zijn vader het zei – liep hij weg. Hij paste er niet. Zijn redding kwam in de vorm van een lerares Nederlands, Erna Smolders-Rock. Zij liet hem kennismaken met literatuur. Zij leerde hem dat verhalen ertoe doen.
Zijn leven is niet zonder littekens. Ziekte, ongevallen, verlies… En toch: al die kruispunten, al die toevalligheden hebben hem uiteindelijk bij Radio 1 gebracht – en daarna bij het schrijven. Voor hem is radio, net als literatuur, een intiem medium. Je komt dicht bij mensen. En dat is wat hij altijd heeft willen doen.
Zijn eerste boek ontstond bijna per ongeluk. Hij werkte bij de VRT, had het idee om iets te doen rond kunstcriminaliteit – een fascinerende wereld vol mysterie en schoonheid. Daaruit groeide Liese Meethout, zijn eerste hoofdpersonage. Een vrouw, jawel. Omdat hij vindt dat vrouwen vaak intelligenter, intuïtiever en interessanter zijn om over te schrijven. Zijn uitgever zei: “Alleen als je er een reeks van maakt.” Hij had geen idee hoe dat moest, maar hij zei ja. En kijk: Liese leeft nog altijd in de harten van lezers.
Wat hem onderscheidt? Hij begint nooit met de misdaad.
Hij begint met een mens. Een vrouw die iets meemaakt. Iemand die beschadigd is, maar niet gebroken. Ze zijn geen helden. Ze zijn mensen. Ze proberen recht te blijven staan. En dat raakt.
Zijn verhalen zijn geen puzzels. Geen “whodunits” waar het draait om de dader te ontmaskeren. Voor hem gaat het om de weg terug. De littekens, de twijfel, de kwetsbaarheid. Perfecte mensen bestaan niet. Slechte mensen ook niet. Iedereen is een beetje van alles.
Soms komt inspiratie uit onverwachte hoek. De erfgenamen van René Magritte vroegen hem een thriller te schrijven. Geen boek over kunst, maar één die Magrittes liefde voor mysterie en verbeelding eer aan doet. Magritte hield van misdaadverhalen – de Maigret-thrillers van Georges Simenon, Edgard Allan Poe. Zo ontstond een boek dat zowel een ode is aan Parijs als een verhaal over verlies en herstel na de aanslagen in Parijs. Geen heldenverhaal, maar een verhaal van mensen die rechtkrabbelen. Die hun tweede leven proberen vorm te geven. Zo ontstond Alex Berger. Hij leek op hem, op dat moment. En misschien daarom is hij zo echt geworden.
Intussen zoekt hij ook nieuwe manieren om te vertellen. Via een app bijvoorbeeld. Met telefoontjes, berichtjes, scènes die gespeeld worden. Geen boek, maar een belevenis. Spannend, maar confronterend.
Toni Coppers schrijft geen misdaadverhalen. Hij schrijft over mensen. Over verdriet en liefde, over breekbaarheid en veerkracht. Over alles wat we verliezen, en alles wat ons toch weer recht doet lopen.