Commentaar
Eerder deze maand werd de coronadreiging nog door velen afgeschilderd als paniekzaaierij
door de media. Ondertussen heeft een periode van amper anderhalve week ons in een andere wereld gekatapulteerd, een ander land, een ander dorp, ja zelfs in families waarin iedereen anders met elkaar moet omgaan. Het virus ‘discrimineert’ niet, niet tussen afkomst of geloof, niet tussen rang of stand, niet tussen jong en oud. Niets is nog wat het een maand geleden was, en ook al zullen we deze
crisis vroeg of laat overwinnen, de wereld zal nog decennia een corona-erfenis torsen. Laten we hopen op een positieve erfenis.
Positief
is alleszins de solidariteit die de kop opsteekt, bij de bevolking,
bedrijven, verenigingen,… Maar is het niet jammer dat er altijd erge
dingen moeten gebeuren om mensen wakker te schudden? Waarom moest zich
vorig jaar een tragedie voltrekken om de brandweer te waarderen? Waarom
moet een pandemie onze levens bedreigen voor verpleegkundigen, dokters en verzorgenden applaus krijgen? Waarom moeten we eerst bang zijn voor een schaarste voor we het winkelpersoneel en vervoerders van hun goederen appreciëren? Waarom moeten we in quarantaine zitten voor we onze duim opsteken naar de postbode en de vuilnisophaler?
We hebben de afgelopen week gemerkt hoe een diepe maatschappelijke crisis
het irrationele in de mens naar boven brengt: de kuddegeest, de
massahysterie, het egoïsme, de prioriteit voor het zelfbehoud, ... We hebben nog zware weken voor de boeg en slechts met solidariteit, gezond verstand en discipline zullen we ons daar doorheen kunnen slaan. En die tijd goed gebruiken om te onthouden waarmee we het voor ons allen na deze fase beter kunnen maken.
Technologische toepassingen komen er nu razendsnel door, zeker in de sector van de telecommunicatie, het werken en overleggen op afstand. Thuiswerk en afstandsonderwijs zullen
wellicht niet meer terug te dringen zijn tot op het niveau van voor deze
crisis.
Mensen worden zich ervan bewust dat ze sociale wezens
zijn, dat ze hun klapke niet kunnen missen, hun koffieke in het
plaatselijke café. Ze zullen hopelijk voor langere tijd het belang van
de handel en horeca om de hoek beseffen. Ook goed voor het milieu
trouwens.
Overheid, gezondheidssector en bedrijfsleven zullen de violen moeten gelijkstemmen, zodat in de toekomst bij grote crisissen geen tekorten meer dreigen in de oorraden medicijnen, mondmaskers, apparatuur, of welke middelen dan ook. Planning, productie, voorraadbeheer, financiering,... de knopen die dienen ontward of doorgehakt te worden zijn misschien niet zo eenvoudig, maar moeten aangepakt worden.
Bovenal, welke minister of welke regering zal het zich in deze én de volgende legislaturen nog durven of kunnen veroorloven om de zorgsector besparingen op te leggen? Een applaus en witte lakens uit onze ramen zijn sympathiek, maar daarmee run je geen
gezondheidssector die altijd tot de beste van de wereld heeft behoord,
maar het de jongste jaren erg moeilijk krijgt. Middelen, mensen en
menselijkheid moeten de rode draad door de witte sector vormen.
En
nu we het toch over middelen hebben: de vele miljarden die - zeer
terecht - beloofd zijn aan werkgevers, werknemers en sectoren, moeten van ergens komen. Als we uit de bijna onvermijdelijke recessie willen geraken, zullen extra besparingen en extra belastingen alleen maar contraproductieve instrumenten zijn. Benieuwd of de stoere verklaringen van de politici over de banken en hun historische schuld in de praktijk zullen afgelost worden.
En nog één bedenking: Europa lijkt op dit moment de facto niet meer te bestaan, elk land neemt zijn eigen maatregelen, en ja, er zijn weer grensposten opgesteld. Bij elke grote crisis staat het geldopslorpende Europa machteloos met de handen in de lucht. Ook daar is een dringend debat over slagkracht
en bevoegdheidsdelegatie nodig.
Maar dat zijn allemaal zorgen
voor later, nu moeten we eerst door deze donkere periode. Samen. Laten
we dat goed proberen te doen, misschien kan er nadien een applaus voor onszelf van af. (Dirk Reynders - Internetgazet - Heusden-Zolder)