Tribunaliteiten
Moet een valsebommelder betalen voor de tussenkomst van de politie en waarom een echte bommenlegger dan niet?
Dat vroeg het hof van beroep van Gent zich af toen het te maken kreeg met de onrustwekkende verdwijning van een dame op weg naar haar huisarts. Dertig politiemensen gingen aan de slag. Er volgde een zoektocht naar telefoongegevens, ondervragingen, bijstand van tolken enz. Op de avond van de verdwijning kwam er al een anonieme oproep. Een Afrikaanse mannenstem vroeg: ‘Ken jij H.A.? 50.000 euro of zij is dood.’ ‘s Anderendaags dook de dame op in een apotheek in een Kempisch stadje. Ze diste een verhaal op over een ontvoering door twee mannen, volgens haar Marokkanen, van wie één gewapend. Al vlug gaf ze toe dat ze de ‘ontvoering’ bekokstoofde samen met een Marokkaan in geldnood. De correctionele rechtbank van Dendermonde veroordeelde haar wegens bedrog en het hof van beroep van Gent onderzocht of de dame moest opdraaien voor de nodeloze politiekosten. De rechtbank in eerste aanleg vond van wel. ‘Onrechtvaardig’, oordeelde het hof van beroep van Gent. Het gaat toch niet op dat bv. een echte bommenlegger niet moet betalen omdat hij aan de basis ligt van nuttig speurwerk en de valsebommelder wel omdat hij de politie nutteloos inschakelt. Een zware crimineel zou de Belgische staat dan niet moeten vergoeden, een lichtere crimineel wel. Trouwens, aldus nog steeds het hof, bijna alle misdrijven gaan gepaard met opzet en leiden tot politiewerk. Alleen wie precies de bedoeling heeft de politie vruchteloos aan het werk te zetten, moet de kosten ervan betalen. Onze samenleving wenst nu eenmaal dat de overheid de kosten voor orde en veiligheid betaalt, aldus het hof.
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)