Gert Cuppens maakt voor zijn werkverplaatsingen gebruik van de trein. En dat is in ons land altijd een avontuur...
Er zijn een viertal modellen van treinen die tussen Hamont en Antwerpen pendelen. Het model dat ik het langste gewend ben, is de dieseltrein. Dit is het enige model waarbij je niet van de ene wagon naar de andere kan overstappen tijdens het rijden. Dan is er nog de elektrische dubbeldekker. En heel af en toe zie je het laatste nieuwe elektrische model. Doorgaans rijdt die enkel tussen Mol en Antwerpen, maar als de NMBS om materieel verlegen zit, rijdt dit model ook door tot Hamont. Dit model heeft duidelijk de beste airco en is een sterke aanrader tijdens de warmste zomerdagen.
En dan is er nog een model dat zo uit de jaren zestig lijkt weggeplukt. Daar heb ik de vorige week twee keer mee gereden. Tijdens het rijden zelf lijkt het wel of je op een zeventiende-eeuws zeilschip zit, zo kraakt en kreunt de trein als hij bochten moet nemen. En het eerste wat vorige week opviel toen ik dit model in Hamont zag, waren de twee zwarte gaten. Die zwarte gaten waren twee wagons waarvan de buitendeuren niet meer kunnen opengaan. Logisch dat er geen licht brandt want passagiers geraken er niet aan boord. Ik heb later die week nog een foto genomen toen ik ‘s avonds diezelfde trein in Antwerpen nam. Je ziet duidelijk op de foto dat zowel de buitendeur aan de kant van het perron als die aan de andere kant defect zijn
(foto onder).
De NMBS laat dus treinen rijden waarvan er twee wagons buiten dienst zijn. Enkel de treinbegeleider kan met een speciale sleutel de tussendeuren openen om van de ene wagon naar de andere te gaan. Voor de passagiers zijn deze wagons compleet overbodig.
En je kan je ook afvragen in welke mate deze twee wagons zorgen voor extra ballast en dus een hogere vervoerskost. Bovendien kunnen deze overbodige wagons niet hersteld worden zolang ze nutteloos mee pendelen. Hopelijk geraken deze overbodige wagons snel hersteld. En indien niet, komt er hopelijk iemand op het idee deze nutteloze ballast los te koppelen.
Gert CUPPENS