Soms erger ik me dood aan de stupiditeit die er in advertenties gedemonstreerd wordt. Ik vraag me dan wel eens af of er echt mensen zijn die zich dat product, na het zien of horen van zoveel verregaande infantiele domheid, toch nog aanschaffen.
Gisteravond nog zag ik op een of andere TV-zender voor de zoveelste keer een sliert kerels die zich in volstrekt belachelijke huppeldanspasjes over het scherm bewogen, terwijl ze zongen dat hun schorten vuil waren. Ze tonen zich telkens stomverbaasd als ze van het schokkende feit op de hoogte gebracht worden dat de temperatuur van hun wasmachine helemaal niet omhoog moet, zoals ze dachten. Niettemin blijven ze het elke dag opnieuw hardnekkig een keer of vijf zingen.
En dagelijks wordt er wel ergens getoond hoe je met een toestelletje dat uit weinig meer bestaat dan een borsteltje dat dankzij een stel flutbatterijtjes van een paar volt ronddraait. Met dat ding – je ziet het met je eigen ogen op het scherm gebeuren! – haal je moeiteloos die lelijke diepe krassen uit je auto. Het resultaat is perfect! Je wagentje is als nieuw. En als je het meteen telefonisch bestelt, krijg je er zelfs twee voor dezelfde prijs. Carrossiers kunnen best op zoek naar een omscholingsinstelling. Ik heb het zelf geprobeerd hoor. En mijn persoonlijke indruk als ervaringsdeskundige luidt: “Het werkt niet!”
En dan zwijg ik nog over de massagetoestellen voor hoofd, nek, rug, knieën en/of voeten die een Engelssprekende maar Aziatisch uitziende ‘dokter’ ons dagelijks probeert aan te smeren.
Maar af en toe ontsnapt er zo’n tekstje aan de domheid en krijg je ook eens een heel mooi voorbeeld van humor. Voor zo’n product zou ik wél naar de winkel snellen. Als ik het nodig had weliswaar. Neem nu die geluidsadvertenties van een keten die hoorapparaten verkoopt. Een man – vreemd genoeg blijkt het telkens een man te zijn die de dingen verkeerd verstaat, moeten we toch eens melden bij een of andere gendergelijkheidscommissie – hoort: “De premier is een lapzwans”. De authentieke mededeling was: “De premier is naar Lapland”. Of, nog een betere: “Jezus heeft een pint besteld”, terwijl er gezegd werd: “Je zus heeft net gebeld.”
Maar de kroon spant een onopvallend tekstje dat ik vorige week in een lokaal publiciteitsblad aantrof. Een man van 46 wordt erin aangeboden om gratis in huis te nemen. Hij heeft een kast vol merkkleding, vast werk en een auto. Dat breng hij mee. Een paar minpuntjes worden ook vermeld: hij heeft absoluut geen idee van wat huishoudelijke taken zijn en is nauwelijks in staat tot enige affectie. Het telefoonnummer staat erbij. Een 014-nummer.
Prachtig toch! Wat voor persoon zou zo’n advertentie plaatsen? Vrouwlief die hem beu is? Zo van: “Ze mogen hem hebben, die vent van mij.” Dat is toch voer voor psychologen! En hoeveel telefoontjes zouden er op dat nummer binnengekomen zijn?
Chel DRIESEN