Theophiel Vandeven woonde 30 jaar achter de Zwarte Beek, nu militair domein.
Theophiel, in de volksmond Fil genoemd, werd geboren in
Hechtel in 1930 en woonde daar tot zijn vader in 1932 een hoeve erfde van een familielid, jonkman Francius Vangutshoven. Die hoeve was gelegen achter de Zwarte Beek op 2 km van het Koersels kapelletje. Daar woonde de familie Vandeven met
9 kinderen van wie Fil de oudste was.
Fil toonde mij een foto van hun boerderij, die genomen werd door de toenmalige
kapelaan Slegers van Koersel, met op de keerzijde een geschreven tekst: ”Hoeve Vandeven gelegen op 20 meter van het militair domein, lengte hoeve 32 meter, hoogte 4 meter, breed 7,50 meter, foto genomen 1952”. Drie boerderijen stonden er op minder dan 100 meter van mekaar.
Fil wist haarfijn tot in de kleinste details te vertellen hoe hij daar een
harde, maar gelukkige jeugd heeft beleefd. In de beginjaren 30 tot na de oorlog was er
geen elektriciteit. Eerst hadden ze alleen een petroleumlamp, nadien behielpen ze zich 6 jaar met accustroom tot er in 1950 elektriciteit werd geleverd. Waterleiding was er helemaal niet, wel
een waterput die jaarlijks werd gekeurd door het leger, in ruil voor het drinken geven aan de militairen die na de oorlog veel legeroefeningen hielden op het militair domein. Op slechts 30 meter achter de hoeve reed er zelfs een treintje dat tot 250 militairen per keer naar hun oefeningen bracht. Moeder bakte zelf en in de bakoven gingen 17 broden tegelijk, wist hij nog.
Fil had wel geluk, want in 1933 werd er op aandringen van de bewoners van het Kapelleke een
schooltje gebouwd, dat nu na renovatie dienst doet als taverne Parochiaal Centrum.. In die tijd bestond er een wet dat kinderen die verder dan 4 km van de school woonden, niet naar school moesten en het Kapelleke was al ruim 5 km van Koersel- dorp .Toen hij 6 jaar was, kon Fil dan ook te voet door de weide, want dat was de kortste weg , op 2 km bij
meester Butenaers naar school. Ze zaten er met 30 tot 35 leerlingen in één klas van het 1ste tot het 8 ste leerjaar, jongens en meisjes samen, wat in die tijd niet evident was. Alleen op de speelplaats werden ze gescheiden gehouden en mochten ze niet samen spelen. Tot het 8ste studiejaar liep Fil bij dezelfde meester school.
Na het lager onderwijs hielp hij op de
boerderij tot hij in 1947 ging werken voor een West-Vlaams bouwbedrijf dat het zwaar gebombardeerde Don Boscocollege in Hechtel begon herop te bouwen en te vergroten. In 1957 ging Fil dan werken in de
koolmijn van Houthalen, als ondergronder in de nachtpost. Met de fiets was dat ongeveer 1u30 trappen over moeilijk berijdbare wegen zonder straatverlichting en meestal in het donker. Iedere zondag ging hij naar de mis in de kapel die telkens volzet was. Die mis werd opgedragen door een priester van het Franciscanenklooster uit Berkenbos- Heusden. Na de mis werd er buiten regelmatig afgesproken door de mensen om de weg door het bos weer op te maken zodat de priester gemakkelijker tot aan de kapel kon geraken. Iedere werkkracht hielp daaraan mee. De boeren vervoerden met paard en kar stenen en zand en zo werden de putten in de weg weer opgevuld..
Toen Fil jong was, ging hij ook wel eens uit, o.a. naar
kermissen in Koersel en Hechtel en verder. Hij heeft ook eventjes verkering gehad, maar omdat hij soms op zondag moest gaan werken, geraakte het uit. In 1963 moest de familie noodgedwongen verhuizen, want de hoeve en de twee andere huizen werden
onteigend en de buurt werd militair domein. Nu woont Fil samen met zijn broer Jos in de Laeremansstraat in Koersel. In de zomer vind je hem in zijn grote tuin die hij nog steeds bewerkt. Koken doet hij ook, hij maakt nog steeds zelf het middageten klaar. In de winter en bij slecht weer rust hij achter de kolenkachel. De laatste jaren heeft hij ook nog voor zijn zieke moeder gezorgd, echt een gelukkig en goed mens die Theophiel!
(Jean Beerten en Marie-Claire Nickmans)