In onze tweede aflevering van 'Geloof in Beringen' hadden we in de tuin van de Paalse pastorij een openhartig gesprek met
pastoor Geert Croes. Geert wordt in 1964 geboren in de kraamkliniek van Herk-de-Stad en groeit op in Halen.
"Ik ben opgegroeid als enig kind in een traditioneel landbouwgezin. Pa was fruitboer en mijn moeder bleef na mijn geboorte thuis en zorgde voor de opvoeding, zoals dat toen de gewoonte was. Mijn grootmoeder woonde thuis in, zodat ons gezin uit vier bestond. We gingen elke week naar de kerk, zoals bijna iedereen in het dorp".
Drie O's. Ontdekking, ontmoeting en overgave, zo vat Geert Croes zijn roeping samen.
"Je moet dat eerst ontdekken, de inbedding was er natuurlijk: een katholiek gezin in een klein katholiek dorp. Mijn oma bijvoorbeeld bad haar paternoster elke dag. De zus van mijn pa was een kloosterzuster en mijn moeder had een neef die missionaris was in Congo. De ontmoeting met het geloof is er gekomen op het college van Herk-de-Stad. Veel leerkrachten daar waren doordrongen van de geest van mei '68 is al de vakken probeerden die hun idealisme door te geven. De wereld veranderen, politiek bewust zijn, opkomen tegen discriminatie, opkomen tegen apartheid in Zuid-Afrika, vredesmarsen tegen raketten, het hoorde er allemaal bij. Daarnaast was er na de schooluren veel ruimte voor extra activiteiten zoals sport of fotografie maar er was ook een groepje dat werkte rond geloof voor het opzetten van acties rond Broederlijk Delen, de vasten en het voorbereiden van de wekelijkse mis. En zo kwam ik contact met de vijf priesters die er nog waren op het college".
Met die werkgroep gaat Geert ook jaarlijks op bezinning bij de Dominicanessen op de Sint-Jansberg in Zelem.
"Ik was vijftien toen ik daar voor de eerste keer aankwam, en zoals iedere tiener toen, dacht ik aan een bende oude seuten maar als je dan in gesprek ging met die zusters was dat toch een heel anders. Die waren heel ad rem, actief bij de kajotters of medewerksters van Cardijn, die wisten heel goed wat er in de wereld omging. Al die ontmoetingen: de missionarissen die op bezoek kwamen in het college, de priesters van de school, de zusters en andere gelijkgestemde jongeren, maakten het plaatje compleet. Toch heb ik getwijfeld want priester worden was toen al niet meer heel hip. Na twee jaar heb ik dan toch de stap gezet".
Zo gaat Geert naar het grootseminarie in Hasselt. Thuis werd die beslissing niet meteen enthousiast onthaald.
"In het eerste jaar van mijn studie, overleed mijn moeder op 54-jarige leeftijd. Dat was toch wel een klap en maakte een diepe indruk. Op het seminarie werd ik wel goed opgevangen, dat was een heel vriendelijke omgeving. We waren met 26 studenten op internaat. Ik ben er altijd graag geweest, dat gaf een thuisgevoel".
Na zeven jaar studeren is Geert klaar om terug in de wereld te stappen.
"Ik heb stage gedaan in Nieuw Sint-Truiden, een wijk achter het spoor, waar twee paters actief waren. Ik leefde daar samen met die twee mannen, dat was een eerste beproeving. De twee paters konden elkaar niet goed uitstaan", lacht Geert.
Geert denkt eraan om naar de abdij van Averbode te gaan maar uiteindelijk wordt hij priester.
"Zo kom in Koersel terecht als kapelaan bij pastoor Vanderfeesten terecht, een heel fijne tijd van vier jaar. Ik was als jonge knaap vooral bezig met de jongerenwerking zoals de Chiro".
Daarna verhuist Croes als pastoor naar Runkst en Heusden. Sinds 2012 is hij de pastoor van Paal.
"Het is telkens wennen, je moet de parochianen leren kennen maar na een tijd wordt de parochie je thuis. Ik voel me heel goed hier in Paal".
Wat is het mooie aan het priesterschap?
"Het mooiste is dat je kunt leven vanuit uw diepste zijn. Voor mij is de grootste vreugde om te leven zoals Jezus, veel mensen doen dat jammer genoeg niet meer maar de kern is: een betere wereld maken, goed zijn voor elkaar, vrede stichten, zin geven aan dingen, moeilijke momenten van mensen delen, troost geven via gebed maar ook de mooie momenten van het leven delen. Je bent met mensen op weg vanaf de geboorte tot de dood. Het werk is heel gevarieerd, zeer menselijk en heel divers. Je werkt met verschillende groepen en verenigingen, je doet administratie, je schrijft teksten voor het parochieblad of de preek".
Zijn er ook nadelen aan het priesterschap?
"Het grootste nadeel is de psychische druk omdat de kerk volop in verandering is, dat is heel moeilijk. We zijn eigenlijk een bedrijf in reconversie. Vijftig jaar geleden was iedereen nog katholiek en ging naar de kerk. Het leven van school tot verenigingen, dat draaide rond de kerk en dat was vanzelfsprekend allemaal. En dat is heel fel veranderd. Zo was het vroeger ondenkbaar die iemand stierf zonder ziekenzalving. Tegenwoordig is zelfs een uitvaart voor mensen die zich heel hun leven katholiek gevoeld hebben, vaak al niet meer aan de orde".
Wat zijn de oorzaken?
"De kerk ligt vaak zelf aan de basis van veel problemen, wat mij betreft mag de kerk iets sneller moderniseren.
Na het concilie in de jaren zestig, dachten veel mensen dat er verandering ging komen. Er zijn wat verandering gekomen maar niet zoveel als gehoopt. Als ik de paus was, zou ik toch vrouwen laten wijden. Deze paus wil wel veranderen maar er zijn nog zoveel tegenkrachten dat het alsnog niet lukt. Maar alles zal het niet oplossen, in andere kerken zijn vrouwen priester of zijn er getrouwde priesters en ook daar is er geen volk meer in de kerk, de oorzaak is veel breder. Evangelische kerken zijn nu succesvol. Die zijn niet gebonden aan strenge structuren en ze hebben een sterke identiteit omdat je zelf kan kiezen om lid te worden".
Godsdienst is ondertussen geen evidentie meer.
"Wat mij opvalt is dat onze katholieke scholen nog altijd godsdienstonderricht geven van de kleuterklas tot einde middelbaar en je vraagt dan aan een 18-jarige iets over het geloof of kerk, dat weten die van niets. Daar stel ik me daar toch vragen over. Het aantal communicanten daalt ook elk jaar. De eerste communie is nog een echt familiefeest maar de plechtige is al een heel stuk minder. Het idee dat ouders hun kinderen het geloof bijbrengen is niet meer zoals vroeger, de kerk zou hier terug een belangrijke rol moeten spelen. De mensen moeten bewuster zijn en voor hun geloof uitkomen. We hebben een mooie boodschap, mooie kerken maar onze boodschap dringt niet meer binnen. Geloof is een beetje zoals voetbal. Ik ben zelf niet geïnteresseerd in voetbal, als ik naar voetbal kijk zie ik altijd hetzelfde, en dat verveelt mij snel. Je moet iets van het spel kennen om dat te kunnen appreciëren. En dat is ook met muziek, cultuur of geloof, je moet het kennen om het te appreciëren".
Bij een crisis grijpen mensen terug naar geloof. Ook nu bij corona?
"Dat is wel te merken ja, er worden veel meer kaarsjes gebrand. Het heeft de mensen ook terug aan het nadenken gezet. De quarantaine is een beetje zoals een retraite, een afzondering. Dat geeft soms wrevel maar zorgt ook voor mooie dingen zodat mensen nu terug aandacht hebben voor elkaar. Mensen zijn nu meer bezig met zaken die echt belangrijk zijn in het leven en grijpen terug naar de essentie van het leven. Spiritueel is deze periode dus niet onbelangrijk geweest".