Hilaire Poels (onafhankelijke) deed een voorstel rond de aanpak van historische vervuiling van het slam op de terrils.
"Vanaf het begin van de uitbating in vorige eeuw van de Koolmijnen van Beringen werd de bovengehaalde steenkool uitgewassen in de kolenwasserij. Van het kolenstof, werden zgn. “eikes” gemaakt. Het restafval, in de volksmond “slam” genoemd, werd gestort op de percelen gelegen tussen de zgn. Putvijvers, de Kleine Beek en de Kasteletsingel.
Reeds vele jaren sijpelt het hemelwater door de heuvel naar de lager gelegen Kleine Beek, die aansluit op de Zwarte Beek en het Demerbekken. Waarschijnlijk, maar bij mijn weten is het nooit gemeten, zullen er dan ook sporen van PAC’s en andere koolwaterstoffen te vinden zijn in de naastgelegen Putvijvers", stelt Poels.
Daarom zijn voorstel ter beslissing:
"Bij deze vraag ik een dringend verzoek te richten aan de huidige eigenaars van de betreffende percelen om deze af te graven en de bodem ter plaatse te saneren. De eigenaar is steeds verantwoordelijk voor de vervuiling, in dit geval een stortplaats, op zijn percelen.
Nadat de site gereinigd is, kunnen de achtergelegen Putvijvers als centraal gelegen recreatieve bestemming ontsloten worden, wat een meerwaarde zou zijn voor de Stad".
Schepen van Milieu Tijs Lemmens (Voluit): "Voor de gronden waarvan sprake werd door OVAM een 'eindverslag uitvoering bodemsaneringswerken NV MIJNEN te BERINGEN' al goedgekeurd in 1997. De percelen zijn volgens het gewestplan
nu ingekleurd als parkgebied. Ze zijn tevens gelegen binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), hetgeen wel wat beperkingen met zich mee brengt voor de ontwikkelingen binnen het gebied. Omwille hiervan zal een toekomstige invulling eerder als groengebied/landschapspark zijn.
In maart 2020 werd door BUUR reeds een eerste structuur- en inrichtingsschets opgemaakt voor het gebied Posthoorn als verbindend stedelijk groengebied. Partners binnen de werkgroep waren ANB, Natuurpunt, Regionaal landschap en vzw Posthoorn". Het voorstel van Poels werd niet goedgekeurd.