Schutterij Sint-Joris Kaulille is de oudste vereniging van Kaulille en bestaat officieel sinds 1554. Maar zelfs daarvoor zou de vereniging al bestaan hebben. Nu houden de leden dus al meer dan 450 jaar oude tradities in ere, ook nog anno 2024.
‘Al 450 jaar bestaat de schutterij onafgebroken, enkel tijdens de twee wereldoorlogen was er een onderbreking’, vertelt Filip Vanbussel van de Schutterij Sint-Joris Kaulille. ‘Sommige van onze leden verdiepen zich meer in onze geschiedenis en wij denken dat wij eigenlijk nog veel ouder zijn. Maar schriftkundig is ons bestaan na te gaan tot 1554. Schutterijen zijn in de Vlaamse geschiedenis al ontstaan in de middeleeuwen, ter verdediging van steden. Uiteindelijk werden er ook schutterijen opgericht op het platteland. Als je lid was van een schutterij had je een vereniging die je kende. In die tijd zat het katholicisme ook zeer sterk verweven in de maatschappij en geloofden mensen ook dat er gebeden moest worden voor de overleden ziel om niet in de hel te belanden. Bij de schutterij had je op die manier al een heleboel mensen die voor je zouden bidden.’
‘Maar er zat ook voor een stuk sociale zekerheid in verweven’, legt Vanbussel verder uit. ‘Mensen die het moeilijk hadden, konden via de schutterij geholpen worden. Het was dus vooral het socioculturele dat belangrijk was, niet per se het verdedigende aspect, ook omdat Kaulille meestal een rustig plattelandsdorp is geweest, hebben wij veel meer een folkloristische geschiedenis. In teruggevonden geschriften worden andere schutterijen uit buurgemeenten vernoemd als het gaat over verdedigen. Kaulille wordt daar bij niet vermeld. Wel hebben we ooit bokkenrijders bewaakt die opgepakt en in afwachting van een proces waren. Ook het transport van een postkoets is ooit gebeurd met behulp van bewaking van de leden van de schutterij van Kaulille.’
Op dit moment is de schutterij nog altijd bezig met het kloppend hart van de gemeenschap te zijn, zoals Vanbussel het beschrijft. ‘We doen bijvoorbeeld mee aan de afvalopruimactie en nemen een aantal straten voor onze rekening. We zijn zeer graag van de partij bij allerlei culturele evenementen, zoals de Molenfeesten en de Hubertusviering. Daarnaast gaan we tappen op de carnavalsstoeten van andere verenigingen. Zij zijn dan weer op de partij bij onze evenementen. Zo proberen we ons op een positieve manier te mengen in het verenigingsleven.’
Maar het allerbelangrijkste wat de schutterij doet, is toch wel die 450 jaar lange geschiedenis in ere houden. ‘Wij zijn de enige historische schutterij met een alleenstaande koning en hebben heel oude tradities en gebruiken die we in stand proberen te houden. Soms moeten we hier en daar wel iets aanpassen. Een schutterij trekt bijvoorbeeld uit onder muziek. Vroeger was dat één trommelaar, ondertussen is dat een drumband die zo ook weer jongeren aantrekt. Dan is het ritueel ietwat veranderd, maar het uittrekken in uniform met het eeuwenoud zilverwerk, onder muzikale begeleiding, blijft wel bestaan. We hebben ons reglement onlangs ook herzien en zo hebben vrouwen mogen meeschieten om het koningschap. Dat gebeurde wel onder een aantal voorwaarden’, zegt Vanbussel. ‘Bijvoorbeeld, er zijn twee soorten kostuums, eentje voor vrouwen en eentje voor mannen. Maar elke Kauliller schutterskoning draagt de broek.’
‘Het broederschap dragen we ook nog altijd enorm hoog in het vaandel’, gaat hij verder. ‘Daarnaast zijn we ook de enige schutterij in de Gilde Excercitie die een exercitiepeloton heeft. Wij voeren met spiesen een reglement uit het begin van de 17de eeuw uit. Daar zijn wij uniek in. Wij waren ook de eerste geüniformeerde schutterij in de Bond van schutterijen Maas en Kempen, waar we heel fier op zijn. In de beginjaren lachte men nog met onze kostuums. En uiteraard zijn we ook gekend voor onze schuttersfeesten. Die beginnen met een optocht door het dorp. Er worden beoordelingen gedaan van bepaalde individuele figuren maar ook de algemene indruk. Daar zijn punten aan gekoppeld en prijzen mee te winnen. Erna zijn er nog keuringswedstrijden en allerlei andere beoordelingen, bijvoorbeeld ook van het muziekkorps. Uiteindelijk is er een schietwedstrijd in ploegen van zes: drie schoten per schutter en dus rondes van 18. Als je niet mist, blijf je in de wedstrijd en als je mist, val je af. Zo gaat het door tot er een winnaar is. Op het einde is er nog een eindklassement en de winnaar daar heeft dan het schuttersfeest gewonnen. Daar zijn wij als Kaulille toch al wel vrij succesvol in geweest.’
Op 15 juni gaat ook ons bondsschuttersfeest door. ‘Om de vijf jaar organiseren wij zo’n feest en komen alle schutterijen van onze bond naar ons in Kaulille. Dan zijn wij degenen die alles in orde brengen. Maar dat schuift tekens door van schutterij naar schutterij. Jaarlijks organiseren we een ledenfeest, dat is ook een traditie. De laatste zondag van augustus gaat onze vogelschietting door. We gaan dan naar de mis, de overleden zusters en broeders van de Gilde worden dan ook herdacht, en we gaan naar de uittredende koning die meestal trakteert op jenever. We eten samen en gaan dan in optocht door het dorp. Nieuwe leden worden ingevendeld, een eeuwenoud ritueel. De nieuwe koning mag een partner kiezen om enkel die dag een koningspaar mee te vormen, op middernacht is dat gedaan. De koning trakteert dan met koningsbier en daarna hebben wij een dorpsschietting waarbij een nieuwe vogel wordt opgezet. De winnaar daarvan is dan voor een jaar dorpskoning. Dat is ook altijd een vaste speciale dag in onze traditie’, besluit Vanbussel.
Delia Filippone